Een aantal jaar geleden was ik bij een voorstelling van cabaretier Jeroen van Merwijk. Als hij geen liedje zong, zat hij te tekenen op het toneel. Hij sprak die keer over taal en het aanleren van taal en wilde de naam noemen van een beroemde Amerikaanse taalgeleerde. Wat niet iedereen weet is dat hij stotterde in zijn jeugd en dat dat nooit helemaal gesleten was. Het tekenen op het podium maakte hem rustig. En als hij een blokkade niet kon vermijden gebruikte hij een truc.
‘Die Amerikaanse taalgeleerde, hoe heet die ook al weer?’, vroeg hij aan het publiek.
‘Noam Chomsky’, zei ik vanaf mijn plaats halverwege de zaal. Ik zei het halfzacht en niet voor iedereen hoorbaar. Maar Jeroen had het gehoord.
‘Ja, ja’, veerde hij op, ‘die was het, zeg het nog eens’, en hij keek hoopvol de donkere zaal in. Toen ik de naam hardop voor iedereen moest herhalen, voelde ook ik dat ik zou blokkeren en hield ik maar mijn mond. Ook Jeroen herhaalde de naam niet. Na afloop ben ik naar hem toegestapt om het verhaal te vertellen. Hij glimlachte flauwtjes.
Jeroen van Merwijk, deze week overleden, was een cabaretier die fantastische grappen kon maken, een meester in mooie woordspelingen en wrange observaties. Hij is nooit naar het grote publiek doorgebroken. Hij speelde in de kleine zalen en die boekten hem na een aantal jaren ook niet meer. Hij was een compromisloze cabaretier die vond dat hij dingen moest zeggen, die de mensen liever niet wilden horen. Daardoor is lang onopgemerkt gebleven dat hij ijzersterke liedjes schreef. Teksten waarmee anderen wel succes behaalden, zoals Karin Bloemen (Apartheid es ien skone saeck). Naast tekstschrijver was Van Merwijk ook schilder.
De afgelopen zomer deed Van Merwijk zijn beklag in de Volkskrant. Hij had een jaar lang op zijn Facebookpagina een tekst op rijm geschreven over actuele gebeurtenissen. ‘Ik denk niet dat er in Nederland iemand rondloopt die dat kan. Maar er is niet veel waardering voor. Het ligt er puur aan dat ik niet zichtbaar ben op radio en tv, dan besta je niet.’ Hij voelde zich door ‘die verdomde marktwerking’ voorbijgelopen door ‘mensen die niet goed genoeg zijn om je schoenveters vast te maken.’
De aanleiding voor het interview was dat hij een onbehandelbare vorm van darmkanker had en dat hij niet lang meer zou leven. Hij zei ervan overtuigd te zijn, dat hij kanker had gekregen van de frustratie. Het stuk in de Volkskrant maakte een stroom van publiciteit los. Een interview in Trouw, een documentaire op televisie. Er kwam een cd waarop dertig cabaretiers zijn liedjes vertolkten en last but not least ontving hij de Edison Oeuvreprijs Kleinkunst, een onderscheiding die sinds 2014 niet meer was uitgereikt. Ineens stonden er drie uitgevers in de rij om een boek van hem uit te geven. Dat werd Kanker voor Beginners.
Oh ironie, de pijnlijke humor waarin Van Merwijk zo’n meester was. Als hij het nog had gekund zou hij een prachtig cynisch lied geschreven hebben over een cabaretier die bij zijn leven vanwege gebrek aan uitstraling te weinig erkenning vindt en die pas geprezen wordt als de kanker hem klein gekregen heeft.
Ja, ik heb hem helaas pas ontdekt door het programma Volle/Lege Zalen (met Cornald Maas).
Mooie teksten , mooie man. Schaf maar gauw die cd Leve jeroen Merwik aan, die is zeer de moeite waard…