Eind 19e eeuw kwam het vakantievieren aan zee in zwang. Zonnebaden uit medische noodzaak maakte plaats voor ontspanning en vertier. Aan de Duitse Ostsee lieten rijke burgers en adellijke lieden grote villa’s bouwen. Eenvoudige vissersdorpjes veranderden radicaal door de bouw van pompeuze hotels met fraai gedecoreerde houten balkons en overkappingen. Op het eiland Rügen heeft men een speciale term voor deze bouwstijl: Bäderarchitektur. Fraaie voorbeelden zijn onder andere te vinden in Sassnitz, waar wij de afgelopen week tijdens onze Ostsee Radtour een nachtje logeerden. Maar in een geheel ander soort hotel.
Het nazibewind vond dat het pootje baden aan de kust ook voor de kleine man beschikbaar moest komen. In 1935 begon men met de bouw van Prora, een megalomaan project van 10.000 appartementen op Rügen. Het zou het grootste hotel ter wereld zijn geworden, ware het niet dat in 1939 de manschappen en het materieel elders nodig waren, zodat het complex onafgemaakt bleef. De Russen hebben in 1945 nog geprobeerd om de boel op te blazen maar zagen er vanwege de grundliche Duitse makelij maar snel vanaf. Zo fietsten wij vierenhalve kilometer langs een aaneenschakeling van kolossale flatgebouwen zonder ramen. Hier en daar zijn delen afgebouwd ten behoeve van bijvoorbeeld een jeugdherberg. Projectontwikkelaars hebben likkebaardend plannen gemaakt voor het pimpen van andere delen. Niet zonder discussie natuurlijk. In Duitsland is het verleden nooit ver weg.
Ook de DDR wilde in de jaren zestig zijn bijdrage leveren aan de ontspanning van de gewone man. Als statement tegenover de luxe villa’s uit de Bäderarchitektur bouwde men in Sassnitz Hotel Rügen, een grijze kolos van negen verdiepingen. Dit was het hotel waar wij de nacht doorbrachten. De kamers zijn aan de binnenzijde volledig nieuw ingericht. Alleen de deuren en de tegeltjes in de douche zijn nog origineel, zodat ik mij zittend op de wc-pot nog even een Partei-Genosse kon wanen na een copieus maal van kool en bieten.
Ook in het openbare leven is er weinig meer van de Oost-Duitse Staat te merken. Alleen de onafzienbare graanvelden roepen herinneringen op aan de collectieve landbouw en hier en daar passeren we een Karl Marx- of Friedrich Engelsstrasse. Alweer een derde deel van de bewoners in het oosten heeft de DDR nooit gekend. De populistische AfD heeft in deze streek een grote aanhang bij de (klein-)kinderen van de kameraden; een wrang gegeven voor de voormalige staat die een dam tegen het fascisme wilde opwerpen.
In kustplaatsen als Zinnowitz en Heringsdorf, staatlich anerkannte Erholungsorte, heerst het massatoerisme. Hier fietsten we voor de verandering meer dan vierenhalve kilometer langs de ene na de andere camping. Dichte drommen mensen liepen op de promenades langs aanbiedingen van Schweinebraten mit Pommes. Veel te dikke mannen en vrouwen, krijsende kinderen en het gestamp van techno-beats (‘Halt die Hände ho-oh’). Vakantie voor de gewone man. Op dit punt zijn de dromen van zowel Hitler als Honecker uitgekomen. Zo ongeveer dan.
Dat is toevallig! Wij waren afgelopen week ook op Rügen. We hadden jullie zomaar op de fiets kunnen tegenkomen. Verder een herkenbaar verhaal. Het autovrije Hiddensee is wel de moeite waard en lijkt op Vlieland