Herontdekt (2)

Café De Baas

Met het terugvinden van elpees en cassettebandjes uit de jaren zeventig, waarover ik vorige week schreef, deed ik nog een ontdekking. Er kwam iets terug wat ik compleet vergeten was: ik heb ooit in een band gezongen.
Rond 1980 werkte ik één avond in de week in collectief café De Baas. Deze kroeg werd gerund door vrijwilligers met grote idealen. De opbrengst ging naar startende, kleine ondernemingen, die op basis van zelfbestuur een alternatief moesten zijn voor het grootschalige kapitalisme. Het collectief was in 1976 opgezet door een groep linkse jongeren, van wie meerdere later op andere plekken naam hebben gemaakt, zoals Harrie Jekkers, Cees Grimbergen, Yvonne Zonderop en Koos Meinderts.

In mijn jaren was iemand op het idee gekomen om een lied op te nemen dat het sluitingsuur moest aankondigen. Daaraan wilde ik graag meedoen. Op een bewolkte zondagmiddag werd mijn kamer veranderd in een opnamestudio. Door het grote aantal microfoons en snoeren was lopen er nauwelijks meer mogelijk. Desondanks stroomde de ruimte daarna vol met Baas-vrijwilligers en hun gitaren en blaasinstrumenten. Iemand sjouwde een compleet drumstel mee naar boven. Tussen dat alles ingeklemd moesten Carla en ik voor de vocals zorgen. Na het eerste couplet kondigde Carla ‘de laatste ronde’ aan. Na het derde couplet riep ik: ‘de bar is gesloten!’

Kameraden, de drank is duur
Voor socialisme en zelfbestuur
En in je bed een houten kop
En ook je geld is weer goed op
Dan telt De Baas al je poen
Voor het collectief ja, voor het collectief ja
Dat is toch waar we het voor doen

Ik was niet alleen vanwege het goede doel bij De Baas gaan werken. Ook het werk zelf vond ik leuk. Rond etenstijd begon ik met bestellingen opnemen en uitserveren. Bij het afruimen was het een sport om zoveel mogelijk borden tegelijk mee te nemen. ‘Die etensresten moet je er gewoon met je handen afschuiven’, riep de kok me eens toe. De rest van de avond stond ik achter de bar. Soms ontstond er een gesprek met een klant, soms moest ik iemand die teveel gedronken had met zachte hand naar buiten werken. Ik verveelde me nooit.
Er waren vrijwilligers die het niet zo nauw namen met de sluitingstijd. Er waren er ook die, als de klanten waren vertrokken en de zaak was schoongemaakt, nog tot in de ochtenduren met elkaar bleven kletsen en drinken. De drank voor vrijwilligers was gratis. Omdat ik ook nog een betaalde baan had, gooide ik stipt om twaalf uur het cassettebandje met ons Baaslied in het apparaat. Tot ongenoegen van sommige klanten die beweerden dat het maar een zeiklied was.

En nu opgedonderd vlug
Morgen zien we je terug
De kroeg moet leeg en wij zijn moe
Ga maar naar het Pandje toe

Voor wie enig amateuristisch lawaai kan velen, volgt hier de opname.

Na twee jaar ben ik gestopt. Het collectieve café heeft het uitgehouden tot 2008. Een gebrek aan vrijwilligers en een sterk dalende omzet luidden voor altijd ‘de laatste ronde’ in. En de idealen? Die waren mooi.