Romeinse sandalen

De hortensia’s in onze tuin zien er roestbruin en vuil roze uit. De pruimenboom laat haar bladeren vallen en het riet in de vaart hangt er scheefgezakt bij. Alsof de natuur wil zeggen dat het genoeg geweest is met deze zomer. In plaats van de zon tegen te houden nodigen wij haar nu weer uit om de kamer te verwarmen. Ik heb mijn sandalen in de garage opgeborgen. Hoeveel mannen zouden dat met mij gedaan hebben? Hoeveel dragen er nog sandalen? De afgelopen maanden heb ik er eens op gelet.
Een sandaal is het oudste type schoeisel, zo lees ik op Wikipedia. ‘De Egyptenaren maakten omstreeks 3500 v. Chr. een voetafdruk in het zand, waarna ze een zool van gevlochten papyrus maakten op de juiste maat.’ De Romeinen voegden een volgend hoofdstuk toe aan de ontwikkeling: ‘Romeinse soldaten liepen op zware sandalen, die caligae werden genoemd. Deze waren voorzien van uit drie lagen rundleer bestaande zolen die met tachtig tot negentig ijzeren spijkers met ronde koppen (clavi) waren bezet.’ In de middeleeuwen liepen velen op open schoenen, vooral arme mensen. Monniken waren en zijn nog altijd dagelijkse gebruikers. De firma Van Haren is er groot mee geworden. Alleen aan de ongeschoeide Karmelieten konden zij hun waar niet kwijt.

Ik observeerde enige tijd het schoeisel van mannen, in het openbaar vervoer, in archiefzalen en in winkelstraten. Ik zou niet durven beweren, dat mijn aanpak aan wetenschappelijke normen voldoet en bovendien ontbreken vergelijkende cijfers. Niettemin dringt één conclusie zich onvermijdelijk op. Terwijl de temperaturen Egyptische en Romeinse waarden bereiken, zodat je zou verwachten dat de open schoen aan populariteit zou winnen, trekt de Nederlandse man dichte schoenen aan. Ik zag vooral sneakers in allerlei soorten: van de oorspronkelijke sportschoen tot modieuze modellen die ook onder een pak gedragen worden. Daarnaast kwam ik veel leren schoenen tegen, met de scherpe punt die al enige jaren in de mode is en die net zo goed als papierprikker kan fungeren als de stiletto hakken van sommige dames. Zag ik mannen op sandalen, dan waren dat bijna altijd oudere mannen.

Kortom, met mijn sandalen behoor ik tot een uitstervend ras. Door deze te dragen beken ik mij tot een generatie die zich niets van welke modehype dan ook aantrekt. Zelf mag ik dan het idee hebben dat ik er jonger uit zie dan ik in werkelijkheid ben en dat ik nog wat jeugdig elan bezit, waardoor ik nog een tijdje mee zou moeten kunnen, door die open schoenen ben ik voor de buitenwereld definitief toegetreden tot de soort die er niet meer toe doet. Dat ik ook nog wel eens sokken in die sandalen draag, maakt het er allemaal niet beter op. Dan lijkt immers de lange jaeger onderbroek niet meer ver weg.