Wij zijn deze week direct aan het oefenen geslagen. We moeten tenslotte een beetje bij de tijd blijven. ‘De minister van Binnenlandse Zaken?’
‘Even denken, het was iets met een dubbele naam.’ Er valt een stilte. ‘Nee, het zit ver weg, zeg het maar.’
‘Hanke Bruins Slot.’
‘Ach ja, die kijkt zo ernstig gereformeerd en heeft als militair in Uruzgan gevochten.’
Je moet ezelsbruggetjes bedenken. Dat is een vorm van hokjesdenken of etnisch profileren, maar het helpt de zaak te ordenen. Rob Jetten, die ken ik, hij is de enige die met een glimlach op het bordes stond. Hij is voor het klimaat, maar vraag me niet hoe zijn ministerie heet. Die voor de lagere scholen heet Wiersma, dat onthou ik, hij zat er zelf nog niet zo lang geleden op. Zijn haar en zijn baard lijken op die van mijn zoon die in het onderwijs werkt en die net zo oud is als Dennis.

Sinds maandag zijn de bewindslieden weer missionair. Zij kunnen weer ontslagen worden of opstappen. Er is zendingsdrang. Die spatte maandagavond van het scherm, toen de NOS de achtentwintig bewindslieden presenteerde. (Een zoomgesprekje met nr. 29, Kaag, kon er niet af). Er was nog dezelfde dag een peiling gehouden naar het vertrouwen in Rutte IV. Dat blijkt laag. Alleen bij de VVD heeft de meerderheid er vertrouwen in. Wie zijn zaakjes goed voor elkaar heeft kan optimisme uitstralen.
Ik ben een kritische afwachter, mijn verwachtingen zijn laaggespannen. Maar ik behoor niet tot de velen die vinden dat ‘die lui in Den Haag’ er niets van bakken. Er gaat veel mis, dat is evident. Maar je kunt dat niet alleen op het conto van politici schrijven. Zo worden er bijvoorbeeld tegengestelde eisen aan de politiek gesteld.
Toen het Persoonsgebonden Budget in de zorg werd ingevoerd was er vertrouwen in de burger. Nadat de pers met verhalen kwam over grootschalige fraude riep de maatschappij – riepen wij – om betere controle. Bulgarenfraude idem. Vervolgens schoot de slinger de andere kant op en ontstond de toeslagenaffaire.
We kunnen niet tegelijkertijd vragen om meer vertrouwen in de burger en om een stevige controle van de regels. De algoritmen, de maatschappelijke polarisatie, de sociale media maken het er allemaal niet gemakkelijker op. Wie weet hier een uitweg?

Het zou mooi zijn als vakbekwaamheid en visie weer centraal kwamen te staan. Welke minister durft het aan om zijn visie te geven zonder te kijken naar de peilingen? Wie laat zijn eigen deskundigheid prevaleren boven de mening van partij of coalitiepartners? Maandagavond hoorden we veel goede voornemens. Iedere minister staat te trappelen. Iets anders kan je natuurlijk niet zeggen op de eerste dag.
Conny Helder is de minister voor Langdurige Zorg en Sport (kan ik onthouden aan: een van de ouderen, beetje gezet, Actiz). Helder (what’s in a name) sprak over preventie en kwam als een van de weinigen met een concreet idee: de heupairbag voor ouderen.
‘Dat is wel wat voor mij’, zei ik tegen G. Ik dacht aan de smak op piste nummer twee in Ischgl. Waarop mijn lief antwoordde: ‘dat is mooi, het zal je eindelijk een wat ronder uiterlijk geven.’