In Den Bosch neem ik de intercity naar Utrecht. Terwijl ik mij installeer stapt er een man van een jaar of veertig de coupé binnen. Hij heeft donker haar en ziet er goed gekleed uit. Hij gaat aan de andere kant van het gangpad tegenover mij zitten.
De volle trein zet zich langzaam in beweging. Sommige reizigers staren op hun smartphone, andere zitten te kletsen. Een stel jongeren doet allebei. Terwijl de wagon ons heen en weer schudt op de brug over de Maas, strek ik mijn been om mijn smartphone uit mijn broekzak op te diepen.
Mijn blik glijdt even naar links en vangt het gezicht van de man met het donkere haar. Verschrikt kijk ik direct weg. Heb ik het goed gezien?
Ik wil de man niet aanstaren. Ik zou niet willen, dat hij ziet dat ik naar hem kijk. Maar ik kan het niet laten om na te gaan of het klopt wat ik zag.
Het is waar. De man huilt. Zonder geluid biggelen er tranen uit zijn roodomrande ogen over zijn wangen. Hij zit kaarsrecht en kijkt voor zich uit. Zijn gezicht is een en al verdriet, zijn armen liggen rustig langs zijn lijf. De man doet geen enkele poging zijn emotie te verbergen, hier in deze volle trein, die langs de boomgaarden van de Bommelerwaard raast. Bijna fier houdt hij zijn betraande hoofd zichtbaar overeind. Het lijkt of hij zich afgesloten heeft van zijn omgeving en teruggetrokken in zijn eigen wereld het verdriet de vrije teugels laat.
Liefdesverdriet, het overlijden van zijn moeder, ontslag? Mijn gedachten zijn al op zoek naar een reden, iets heftigs wat aanleiding geeft tot groot verdriet, iets wat dit openbare huilen van een man kan rechtvaardigen. Ik voel sympathie voor deze man. Hij heeft lef. Ik huil ook wel eens, maar niet zo gemakkelijk als er anderen bij zijn. In deze trein zou ik mijn handen voor mijn gezicht houden. Of de wc opzoeken.
Maar een man mag niet huilen
Ook al heeft hij verdriet
Een man mag niet huilen
Als een ander het ziet
Wat Jacques Herb in 1972 zong wordt tegenwoordig door de meeste mensen niet meer onderschreven. Desondanks huilen mannen beduidend minder dan vrouwen. Huilende mensen worden als minder competent gezien, maar ook als warmer en meer betrouwbaar, zo heeft Ad Vingerhoets, de huilexpert van de universiteit in Tilburg, ontdekt. Vrouwen vinden huilende mannen vaak aandoenlijk. Behalve als zij, bijvoorbeeld in een conflictsituatie, het idee hebben dat de man zijn tranen inzet om iets te bereiken.
Ook bij mij wekt deze huilende man empathie op. Moet ik iets doen, vraag ik me af. Kan ik hem mijn meeleven, mijn hulp aanbieden? Zo snel als de vraag is opgekomen, zo snel laat ik ‘em weer varen. De volle trein houdt me tegen. Ik zoek het nieuws op mijn smartphone.
Als ik uitstap ziet de man er uit alsof er niets is gebeurd. De tranen zijn verdampt. Het leed gaat weer keurig aangekleed over straat. Dat werd gezongen door Herman van Veen.
heel mooi, arnold
Hi Arnold, wat een prachtig stukje weer…. blij dat ik weer eens de tijd heb genomen om een verhaal van je te lezen! groet!
Invoelbaar, kwam toevallig bij jeterecht doorboni-herinneringen..