Het is zover, ik ben aan de beurt. Met de partituur en een potlood in mijn klamme handen en mijn bril nog boven op mijn haar stel ik mij op tegenover de groep van twee zangdocenten en zeven collega-zangers. Exemplaren van de partituur worden verspreid, zodat ieder kan meelezen. Ik zoek de ontspanning in mijn lijf, dat lukt hooguit een seconde. Roberto, de pianist informeert naar het tempo. Ik draai de muziekstandaard nog iets omlaag. Het gaat vast wel lukken, schiet er met enige bravoure door mijn hoofd, maar ik voel mijn hart tikken. Dan zet Roberto het intro in, acht maten tot aan mijn inzet.
Voor de vijfde keer volg ik eind augustus de zangweek Belcanto in de bergen van de Amsterdamse zangpedagoge Hester Noyon. Plaats van handeling: Crodo, een dorp in de Italiaanse Alpen, bekend geworden van het drankje dat naar het dorp is genoemd: Crodino. Vijf vrouwen en drie mannen, in leeftijd tussen de vijftig en de zeventig, doen mee. Ieder zingt een aria en een duet of terzet (trio). Daarnaast zingen we gezamenlijk twee koorstukken. Aan het einde van de week zijn er optredens in twee verschillende kerken. Dit jaar zingen we werken van Joseph Haydn.
Mij is een bariton-aria uit Die Jahreszeiten toebedeeld: Schon eilet froh der Ackermann. Een lied over een boer die vrolijk fluitend achter zijn ploeg aanloopt en daarna met afgemeten passen het zaad uitstrooit. Flötend nach, flötend nach. In technisch opzicht is het een redelijk eenvoudig stuk, al komt er een passage in voor van acht maten vol zestiende nootjes. De uitdaging zit ‘em in de interpretatie en expressie. Wat kan je meer doen dan het overbrengen van het vrolijke fluiten?
Aan het begin van de week zingt iedere deelnemer zijn aria voor de eerste maal voor de groep. Ik vind dit een spannend moment, misschien nog wel spannender dan de uiteindelijke uitvoering voor het Italiaanse publiek. Dat is, zo weet ik uit ervaring, complimenteus en enthousiast. Mijn collega-zangers daarentegen hebben meer geoefende oren. Ze horen de details in de ademhaling, de dynamiek, de uitspraak, de frasering, de expressie. Mijn hemel, hoe verder je komt, hoe meer valkuilen je tegenkomt. En dat niet alleen. Wie zingt geeft zichzelf bloot. Wat laat ik zien? De bedaarde volwassene die de lat lager probeert te leggen of de tienjarige jongen die alles wil winnen? De jongen meet zijn prestaties af aan de anderen in de groep. Mijn medezangers kennen natuurlijk dezelfde uitdagingen en zij steunen me in de moeilijkheden, maar tegelijk zijn ze ook mijn concurrenten in complimenten en applaus.
De kritieken op mijn eerste optreden zijn mild en opbouwend. Ik ben ‘redelijk tevreden’. Het voorkomt niet dat ik me in deze week regelmatig zal afvragen: waarom zoek ik deze spanning? Wat wil ik bereiken?
Dit is de geluidsopname van mijn aria tijdens de generale repetitie (tweemaal klikken).
Voor de liefhebbers van koormuziek hierbij het Agnus Dei uit de Kleine Orgelmesse van Haydn, zoals uitgevoerd door ons ensemble op 28 augustus j.l. in de San Rocco in Viceno. Orfeas John Munsey, de tweede docent, dirigeert. De opname begint na 12 seconden.
Wat grappig dat jij precies die aria mocht zingen met “flötend”. Vroeger hadden wij een plaat met gedeelten uit de Jahreszeiten van Haydn waar deze ook op stond, en ik verstond toen “Vleuten”, dus voor mij is dit de Vleutense aria! Mooi gezongen ook!
Applaus! Mooi hoor. Leuk om te horen in de week van het Festival Oude Muziek.
mooi Arnold, ik hoor je klankkleur die echt mooi is. Esthers aanpak werkt!
Net terug van vakantie: jouw blog van vorige week. Wat een verrassing. Solo en koor zeer professioneel! Prachtstemmen. En wat een mooi idee zo’n zangweek. Ik stuur je hele blog door naar mijn zus, fervent koorzangeres en soms dirigent in een van Utrechts kerken. Kan zij ook genieten. Volgende keer geen klamme handen meer , hoor.