De schroeven die mijn heupbotten bij elkaar hielden

Ruim tien jaar geleden werd ik geopereerd aan een heupbreuk. Daarbij werden de gebroken uiteinden weer vastgezet door middel van drie flinke schroeven. Die pinnen konden daar rustig blijven, zo vertelde de specialist. Maar als ik er last van kreeg, dan was hij graag bereid om ze er weer uit te halen.
Laat ik eens op internet kijken, bedacht ik, wat de voor- en de nadelen zijn. Dat had ik beter niet kunnen doen. Op fora waar ervaringen gedeeld worden las ik het ene na het andere akelige verhaal over de nadelen van het gebruik van schroeven, over tal van complicaties die kunnen optreden, over mensen die jaren later nog last hadden van de operatie.
Het is een bekend effect: wie ergens last van heeft laat dat eerder weten dan wie uiterst te tevreden is. Fora met ervaringen op medisch gebied zijn daarom verzamelplaatsen van alle mogelijke onheil. Het leek me beter om me te beperken tot door artsenorganisaties geredigeerde sites.

Maar ook van betrouwbare sites of artikelen kan je je afvragen of kennis over ziekten en gebreken bevorderlijk is. Van medische studenten in opleiding weten wij dat zij allerlei kwaaltjes gaan voelen nadat ze gehoord hebben wat er mis kan gaan met diverse organen. Ik moest daaraan denken, toen ik in de Volkskrant van 12 maart j.l. een artikel las over de vroegtijdige herkenning van hartklachten: Nooit klachten gehad en dan een hartinfarct. Een arts die de kans op problemen moet inschatten werkt met een lijstje risicofactoren. Wie ongezond eet en hartpatiënten in de familie heeft weet dat hij een grotere kans heeft op een hartinfarct. Maar wat blijkt? Er zijn, aldus het artikel, genoeg mensen die niet aan het risicoprofiel beantwoorden, maar wel hartklachten krijgen.
Heb ik iets aan deze kennis? Het roept een wat zorgelijk gevoel in mij wakker. Ik kan natuurlijk direct op zoek gaan naar het telefoonnummer van een privékliniek waar ik via een CT-scan kan laten achterhalen of mijn aders aan het dichtslibben zijn. Maar voor optimale zekerheid moet ik dan nog veel meer laten controleren. En dan nog weet ik niet alles, want er zijn verschillende kwaadaardige tumoren die zich pas aankondigen als het al te laat is. Ooit zong het Klein Orkest over iemand die zeer gezond leefde, maar toch niet oud werd omdat hij aangereden werd op een zebrapad. Het zit wel vaker eens tegen, gewoon blijven bewegen.

Juist één dag nadat ik voor de tweede keer door het coronavirus besmet was geraakt, las ik in diezelfde uitgave van de Volkskrant over het effect van een coronabesmetting op de hersenen. Corona doet de hersenen iets krimpen, zo stelden onderzoekers in Oxford vast. Ook blijken de voormalige coronalijders relatief wat minder goed in cognitieve taken. Dat komt dan bovenop het krimpen als gevolg van de veroudering.
Ik lees het, maar wat heb ik eraan? Het leed is al geschied. Ik heb nu hoogstens een kapstok waar ik eventuele denkfouten aan kan ophangen. ‘Ja sorry, dat wist ik even niet meer, mijn hersenen zijn bovennormaal gekrompen.’ Want dat laatste vergeet ik natuurlijk niet.