Wij zaten met enkele opa’s en oma’s bij elkaar. Zodoende kwamen we al snel te spreken over luiers. Niet voor onszelf, maar voor de kleinkinderen. Onze vrienden hadden net hun eerste kleinkind gekregen. Dat bracht naast een hoop vreugde ook een gesprek met zich mee over de wenselijkheid van wasbare luiers. Kunststof luiers zijn flinke milieuvervuilers. Je wilt niet weten hoeveel er per dag wereldwijd worden weggegooid. En je wenst zo’n pasgeborene graag een schone wereld toe.
Zo kwam ik direct terug in de luiertijd van onze eigen kinderen. Idealistisch als we waren gebruikten wij katoenen luiers. Die lagen keurig in driehoeksvorm opgevouwen in de commode boven het aankleedkussen. De grootste uitdaging was voor mij om de grote veiligheidsspelden door dubbele lagen stof heen te krijgen zonder een venijnige prik uit te delen aan het spartelende of weerspannige lijfje.
Onzeker als wij waren vroegen we ons aanvankelijk af of onze baby wel voldoende dronk. ‘Zijn de luiers goed nat?’, informeerde de verpleegkundige van het consultatiebureau. ‘Tja, nat, nat… hoe meet je dat?’, was onze wedervraag. We hadden niet lang daarvoor een wetenschappelijke studie afgerond. Het antwoord was even verbluffend als helder. ‘Als je de luier tegen het raam gooit, dan moet er een natte plek achterblijven.’ We hebben in die tijd veel ramen moeten zemen.
Na het probleem van de te droge luier volgde al gauw de perikelen van de te natte luiers. Baby’s mooie billetjes gingen kapot door al dat vocht. We strooiden talkpoeder en smeerden met zinkzalf. Toen dat onvoldoende hielp legden we kleine (kunststof!) luierdoekjes als een inlegkruisje boven op het katoen. Die blauwe doekjes waren vervolgens meermalen de oorzaak van een verstopping in de wasmachine.
Omdat ook de doekjes onvoldoende soelaas boden beproefden we een geheel verantwoorde, natuurlijke methode: gestold eiwit. Met mijn linkerhand om de enkeltjes hield ik de billen van het spartelende kind omhoog, zodat ik met mijn rechter de aangetaste billen met eiwit kon insmeren. Daarvoor gebruikten we het kwastje waarmee de ovenschalen werden ingevet. Daarna pakte ik snel, voordat het witte goedje eraf gedropen was, de föhn om een mooi laklaagje aan te brengen. Een nadeel was dat het hardingsproces een behoorlijke tijd in beslag nam, zodat ik de immer meer kronkelende baby steviger omhoog moest houden. Ik overwoog de no-nonsense wijkverpleegkundige te vragen of een verfbrander een optie zou zijn.
Nadat we diverse keren ’s nachts het beddengoed van het wiegje hadden moeten verschonen, besloten we voor de nacht op pampers over te gaan. Dat was het begin van het einde. De volgende stap was dat we kunststof luiers gebruikten, als we ergens op bezoek gingen. We vonden het wat bezwaarlijk, dat de gastvrouw, als zij de deur openzwaaide, ons met een volle luieremmer voor de deur zou zien staan. Zo vervielen wij van kwaad tot erger. Dat was in 1985. In 2020 staat er een mooi mini consult van de Billen Boetiek op YouTube waarin een stoere man met baard vertelt waarom wasbare luiers zoveel beter zijn. De Billen Boetiek in Utrecht is te vinden in de Water-toren.
heel herkenbaar arnold, al gingen wij niet n de weer met eiwit. en grappig dat de cirkel weer rond is.
een goed begin van deze morgen, dank je!
haha ha Arnold, dat waren wij kersverse grootouders. Dat Youtube filmpje met de baardige luierman heeft onze dochter er niet van weerhouden om met kunststofluiers te gaan werken. We moeten dat zo laten…. groeten, Gerdien