Vanaf een uitzichtpunt in Hamburg Altona zien wij de rivier voor de eerste maal. Beneden ons ligt de brede, blauwgrijze baan. Hij vertakt zich verschillende malen, naar diverse kanten, alsof het water nog niet weet waar het heen wil. De Elbe houdt met al zijn armen de stad in de greep. De avondzon scheert over kades en kranen, opslagtanks, industriële complexen, chemische installaties en bruggen. De economische longen van de stad.
Het vakwerkhuis uit 1663 is opgetrokken uit brede, rode bakstenen. De balken in de gevels zijn witgeverfd, zij zijn wat kromgetrokken. Als ik hotel Zum Alten Schifferhaus in Lauenburg binnenstap heb ik de neiging om te bukken voor de lage, donkere balken. Aan de straatzijde valt spaarzaam licht door de kleine ramen. Er hangen foto’s van zeilschepen. In de gelagkamer aan de achterzijde zie je dichtbij de Elbe stromen. Een straffe wind beroert het water, de vlaggen op het terras staan strak. Hier ontvangt men al eeuwen gasten. Hier legden schepen aan, hier werd geladen en gelost, hier werd gehandeld. In het spoor van al die naamlozen bestellen we ons eten en doen wij in een kamer met een aflopende vloer het licht uit om te gaan slapen.
We fietsen over een smalle, lage dijk. Het is een koele zomermorgen, de zon schijnt uitbundig. We horen slechts het zacht knersende geluid van de banden op het steenslagpad. Links van ons liggen de boerderijen met hun brede voorgevels. Rechts van ons de groene uiterwaarden, waar hoog gras, riet en struiken woekeren tussen een enkele hoge eik, een scheefgezakte wilg, een omgevallen kale boom. Daarachter het spiegelgladde water van de rivier dat het blauw van de lucht weerkaatst. Heel het landschap ademt rust en stilte. Een plaatje voor een rouwkaart. Ik voel mij hemels, alleen de zitbotjes op het zadel en mijn gevoelloze vingers aan het stuur herinneren mij aan mijn aards bestaan.

DDR-Wachttoren werd uitkijktoren
In een bocht van het pad staat een gedenkteken. Onder een afbeelding van het ijzeren kruis, het onderscheidingsteken van de nazi-Wehrmacht, worden de namen vermeld van vijfentwintig Duitse soldaten die gestorven zijn bij de slag om een spoorbrug in april 1945. Verder stroomopwaarts klauterden Bill Robertson vanaf de westelijke oever en Alexander Silwaschko vanaf de andere zijde op 25 april 1945 over de restanten van de ingestorte Elbebrug bij Torgau en vielen elkaar in de armen.
Onder Lenzen heeft men een paar voormalige wachttorens van de DDR laten staan. Ook hier staat een gedenkteken voor de gevallenen. Voor de mensen die probeerden om zwemmend het Westen te bereiken en die door hun eigen staat werden neergeknald.
In 1989 werd binnen vier weken na het vallen van de muur de veerpont tussen Lenzen en Prevestorf weer in de vaart genomen. De waterversie van het ijzeren gordijn verdween, oost en west werden weer verbonden.
De rivier stroomde erlangs. De rivier stroomt altijd door.
Elbe Radweg, Hamburg – Dresden, 650 km, 13 – 23 juni 2022.