
Ontwerp: Andries Oosterbaan
Deze maand is het 100 jaar geleden dat het eerste nummer van het literaire tijdschrift De Gemeenschap uitkwam. Het blad werd in Utrecht opgericht door enkele rebelse jonge honden: Jan Engelman, Gerrit Maas, Henk Kuitenbrouwer en zijn broer Louis, die bekend werd onder zijn schrijversnaam Albert Kuyle. Het tijdschrift is beroemd geworden vanwege de avantgardistische vormgeving. Op iedere omslag stond een nieuwe tekening of een grafisch ontwerp. Naast het tijdschrift ontstond de uitgeverij De Gemeenschap, die zich eveneens onderscheidde door modernistische omslagen.

Ontwerp: Andries Oosterbaan
In het blad werd niet alleen geschreven over literatuur, muziek en film, maar ook over politieke en economische onderwerpen. Wat de schrijvers met elkaar verbond was hun polemische stijl. De jongeren waren tegen het kapitalisme, tegen de liberalen, tegen de socialisten, tegen de democratie, tegen de protestanten. Zij zagen veel misstanden in de samenleving, zoals de hel van de Eerste Wereldoorlog, de uitbuiting van de arbeiders, en het onvermogen van de politiek. Daarvoor was er volgens hen een duidelijke oorzaak: de samenleving was God uit het oog verloren. Dat kwam door de Verlichting en de invloed van wetenschap en techniek. De oplossing van de problemen lag in het katholieke geloof en dan niet in de brave versie die op dat moment heerste, maar in een op de middeleeuwen geïnspireerde diepgaande beleving. De ondertitel van het blad luidde niet voor niets: Maandschrift voor Katholieke Reconstructie. De inspiratie vonden de redacteuren bij een groep Franse kunstenaars en intellectuelen voor wie de veranderingen van de Franse revolutie te ver waren doorgeschoten.
Het bijzondere aan het tijdschrift was de combinatie van avantgardistische vernieuwing en conservatieve opvattingen over geloof en politiek. Anders dan de jongeren na W.O. II waren de rebellen in de jaren twintig politiek rechts. Sommigen van hen, onder wie Albert Kuyle, belandden in fascistisch vaarwater. De Gemeenschap heeft tot 1941 bestaan.

frater Van Dijk
Ik zou misschien niet over dit onderwerp geschreven hebben als er ook niet een persoonlijke link lag. Mijn oom Johan van Dijk was halverwege de jaren twintig journalist bij dagblad Het Centrum. Daar raakte hij bevriend met Jan Engelman en Albert Kuyle, daar raakte ook hij vervuld van de idealen van de katholieke reconstructie. Hij schreef voor De Gemeenschap een begeesterd artikel over de welgestelde kamerleden van de Rooms-Katholieke Staatspartij die de kleine man in de kou lieten staan. Na enkele jaren koos hij voor een andere weg. Hij werd monnik bij de trappisten. Maar de ideologie van De Gemeenschap liet hem niet los.
Zijn belangstelling voor kunst bleef. Nadat hij abt van het klooster was geworden, kocht hij in 1952 de kruiswegstatie van Albert Servaes, een rauw en realistisch werk dat door de paus in de ban was gedaan. De vernieuwing in het geloof die hij bepleitte had het kenmerk van een terugkeer naar de middeleeuwse eenvoud en zuiverheid. Hij bleef bovendien vanuit zijn klooster contact houden met mannen als Albert Kuyle en Anton van Duinkerken. Zo was de inspiratie die hij als twintiger opdeed, die merkwaardige combinatie van vernieuwing en conservatisme, zijn hele leven lang zijn baken.
De Gemeenschap wordt herdacht met tentoonstellingen en lezingen. Voor meer informatie: www.oud-utrecht.nl
heel interessant en inspirerend, ook voor de huidige tijd …. Het blijft zoeken naar de goede nuance