Afgelopen zondag, 5 mei, namen G. en ik deel aan een vrijheidslunch op het Berlijnplein in Leidsche Rijn. Sinds enige jaren worden deze maaltijden op taal van plaatsen in het land gehouden. ‘We eten samen om te vieren dat we in vrijheid leven. Samen eten is dé manier om elkaars werelden beter te leren kennen’, zo staat te lezen op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Iedereen is welkom, zo luidde de uitnodiging van het lokale comité, er is plaats voor 250 buurtgenoten.
Ik moet bekennen dat 5 mei voor mij jarenlang niet veel meer is geweest dan een vrije dag ergens tussen Koninginnedag en Hemelvaart. Het is lastig om stil te staan bij wat vrijheid is. Een vis beseft ook niet dat hij in water zwemt. De bevrijdingsfestivals die vanaf de jaren negentig opkwamen en die breed uitgemeten worden in de media bezorgden me cynische gedachten over jongeren en hun bewustzijn van vrijheid. Dan spreekt een gezamenlijke lunch mij meer aan, al ontkom ik ook hierbij niet aan de relativerende gedachte dat een ontmoeting met buurtbewoners een druppel op een gloeiende plaat is in een tijd dat een partij die zich Van de Vrijheid noemt de sfeer in het land verpest.
De aanleiding om mee te eten lag in een kleine bijdrage die ik heb geleverd aan het evenement. De organisatie wilde op posters enkele verhalen van jongeren uit de oorlog plaatsen. Door mijn onderzoek naar de oorlogsjaren in Vleuten – De Meern kon ik deze verhalen leveren.
Er was smakelijk eten, live muziek en er waren prettige contacten met tafelgenoten. Er speelde een Oekraïense accordeonist en er werden hapjes geserveerd uit een keuken gerund door asielzoekers. De vrijheidslunch zal ik me echter bovenal herinneren vanwege een indrukwekkende toespraak.
Alma Mustafic is een vrouw van begin veertig. Zij heeft een baan op de universiteit, spreekt goed Nederlands, al hoor je nog af en toe dat dit niet haar moedertaal is. Vrijheid is voor haar het vogeltje dat zij zag vanuit haar huis in Bosnië. Terwijl dat kon vliegen waar het wilde, kon zij zelf amper naar buiten omdat Srebrenica voortdurend vanuit de omringende heuvels beschoten werd. Haar vader werkte voor Dutchbat, maar werd desondanks op die julidag in 1995 meegenomen door de Serviers. En vermoord, zoals veel meer van haar familieleden en vrienden. In deze verkorte weergave van haar verhaal schieten mijn woorden hier vele malen tekort.
Alma heeft een nieuw bestaan kunnen opbouwen in Nederland, nota bene het land, dat bij uitstek de exponent is van het falende NAVO-beleid in Srebrenica. Terwijl Nederland net zijn doden heeft herdacht, en niet de hare, spreekt zij ons toe over vrijheid. Voor wie op dit moment denkt dat Nederland tevreden kan zijn voegt zij een ‘maar’ toe. Ze voelt zich hier niet echt vrij, want ‘ik weet niet meer wat ik op dit ogenblik in Nederland wel of niet mag zeggen.’
Er valt nog veel meer over Alma te vertellen. Voor wie geïnteresseerd is: je vindt hier haar website.
Mooie blog. Je hebt gelijk : we kunnen ons niet voorstellen wat “niet vrij zijn” betekent. Het zijn altijd verhalen van anderen. Het is altijd ver weg. Indrukwekkend verhaal van Alma. En nu : …… mijn leven gaat “gewoon “weer verder …….