De ochtendlucht voelt fris, de bomen kleuren geel, de nijlganzen snateren in het weiland. Ik ben met de fiets op weg naar de tuin. Sinds dit jaar zijn wij lid van Moestuin De Haar. Op een flinke lap grond in Haarzuilens worden door drie part-time tuinders (allen vrouw) groenten en bloemen geteeld. Onbespoten, biologisch, duurzaam, hoe dan ook verantwoord. Het abonnementsgeld geeft ons recht op vijf groenten per week. Die oogsten wij zelf.
De tuin grenst aan het park van Kasteel de Haar. Jarenlang was op deze plek de groentetuin van de baron. Hoewel de adellijke familie slechts twee maanden per jaar op het landgoed vertoefde beschikte men over een mega moestuin. De medewerkers voor het onderhoud van park en groentetuin stonden onder leiding van Lambert Voortman, de enige niet-katholiek in de gemeenteraad van Haarzuilens. Maar ik dwaal af.
In de laatste decennia van de twintigste eeuw werden de kosten voor het buitenverblijf de baron wat te gortig. Het kasteel werd in 2000 met geld van Natuurmonumenten eigendom van een stichting. De Moestuin de Haar werd in 2019 opgericht. Elke week nu fietst een van ons, met schepje en mesje in de tas, naar Haarzuilens om de groenten te oogsten. Met de handen in de klei en de poten in de modder.
Mijn vader had vroeger een groentetuin naast ons huis. Ieder jaar vanaf augustus aten wij wekenlang sperziebonen en voor de afwisseling snijbonen. Om mij de liefde voor het vak over te dragen kreeg ik een perkje toegewezen waarop ik groenten naar eigen keuze mocht telen. Mijn enthousiasme was groot toen de oranje kopjes van de peentjes boven de grond uitgroeiden en mijn eigen radijsjes smaakten lekkerder dan ik ze ooit gegeten had. Desondanks was mijn belangstelling voor het kweken al na één seizoen verdwenen. De kennis van het telen, generaties lang van vader op zoon doorgegeven, stopte bij mij en bij velen van mijn generatie. Groentetuinen werden siertuinen en de groenteboer in het dorp kreeg een hoop klandizie. Hoe vaak stond ik niet in de rij voor de toonbank, terwijl onder het stilvallen van de aardappelschilmachine de piepers met een dof geluid in de opvangemmer rolden.

Moestuin De Haar
In de gemeenschappelijke moestuin leer ik iedere keer weer bij. Zodat ik niet per ongeluk snijbiet rooi als ik rode biet wil oogsten. Wij leren nieuwe groenten kennen, zoals Nieuw-Zeelandse spinazie, meiraapjes, bladmosterd en fluo-melde (zelfs voor de spellingchecker is deze laatste onbekend). We volgen de seizoenen. Dat valt nog niet mee. Dit voorjaar wilden we na verloop van tijd wel iets anders eten dan spinazie, snijbiet, raapsteeltjes of postelein.
Een grote vooruitgang is dat we wekelijks tuinkruiden kunnen oogsten. In plaats van de gedroogde kruiden uit het groenterek staat er nu een rij plastic doosjes in de koelkast. Van tijm tot oregano, dille, peterselie, salie en rozemarijn. En een voorraad verse munt voor de thee.
Met twee fietstassen met groente en een bos bloemen fiets ik terug naar huis. Voldaan, alsof ik het zelf gekweekt heb.