Lully

Uitleggen waarom ik bepaalde muziek mooi vind is een bijna onmogelijke taak. Een mens wordt gegrepen door een melodie als die een emotie raakt. Dat is heel persoonlijk en er komt een behoorlijke portie toeval bij kijken. Bij verschillende levensfasen horen vaak verschillende muziekstijlen.
De klassieke muziek waarnaar mijn vader in mijn jeugd luisterde vond ik saai. Iets voor oude mensen. Dat O haupt voll Blut und Wunden uit Bachs Matthaeus Passion of de melancholieke stem van Kathleen Ferrier mij wel raakten, deed daar niets aan af. Pas toen ik de veertig was gepasseerd, raakte ik geïnteresseerd in klassieke muziek. Dat zou je een bewijs kunnen noemen voor de stelling dat bij verschillende levensfasen verschillende muziekstijlen horen. Nog weer twintig jaar later kwam mijn bekering tot de oude muziek, muziek uit de renaissance en de barok. Ik was gaan zingen in koren en deed in 2012 mee met een zangweek in Tsjechië, waar we werken van Händel, Rameau en Lully zongen. In diezelfde tijd ontdekte ik het jaarlijkse Festival Oude Muziek in Utrecht, waar je je een week lang iedere dag kunt onderdompelen in oude composities. Ik ken mensen die in zeven dagen meer dan veertig concerten bezoeken.

Van dat soort aantallen hou ik me verre, maar ik ben wel behoorlijk monomaan geworden in mijn muzikale voorkeuren. ‘Monomanie is een waanzin die zich fixeert op één neiging en resulteert in abnormaal gedrag’, zo wordt het begrip door Wikipedia omschreven. Om mijn abnormale gedrag te beschrijven moet ik eerst nog iets anders uitleggen. Uitzonderingen daargelaten is er meestal maar één moment op de dag dat ik naar klassieke muziek luister. Al jarenlang heb ik de gewoonte om na het avondeten een half uur een spelletje te doen op de computer. Dat is ooit ontstaan in tijden van grote drukte. Dat half uur was, en is nog steeds, het moment dat ik me even afzonder van de wereld. Feitelijk gaat het niet om het spelletje maar om de muziek die ik via de koptelefoon beluister.

Ensemble Correspondance

Mijn monomanie gaat nog verder dan de barokperiode. Het is allemaal nog een graad erger. Ik luister bijna uitsluitend naar vocale stukken, het liefst naar het religieuze repertoire. Het lijden van de mens heeft de mooiste muziek voortgebracht. Eerder schreef ik hier een ode aan de Engelse barok. De oude Italiaanse muziek zing ik zelf ieder jaar ter plekke. Op dit moment ben ik abnormaal verslingerd aan de Franse barok. Het aantal Franse oudemuziekensembles is onovertroffen. Zoals Ensemble Correspondance, Le Poème Harmonique, Le Cris de Paris, La Tempête, Pygmalion, Le Concert Spirituel, Les Arts Florissant. Het niveau lijkt nog steeds te stijgen en men ontdekt nog altijd nieuwe (oude) composities. In schril contrast met de Nederlandse overheid wordt de barokke muziekcultuur in Frankrijk met gulle hand ondersteund. Genoeg stukken dus om mij aan te laven. Maar zoals steeds zal ook dit abnormale gedrag tijdelijk blijken.
Hierbij als voorbeeld een promotiefilmpje van Les Epopées met een deel uit een Grand Motet van Lully.