
Hotel Het Klooster
‘Wil je overnachten in een klooster, € 70,- voor twee personen inclusief ontbijt?’ G. is op zoek naar een slaapplek tijdens onze fietstocht door Nederland.
‘Dat kan geen echt klooster zijn’, antwoord ik. ‘Die moeten je volgens de regels van Benedictus een gratis slaapplek bieden.’
‘Het is in Nieuwkerk, ergens onder Goirle.’
Het lijkt ons een mooi aanbod. G. sluit de deal en zo hobbelen wij de volgende middag over ongelijke zandpaden naar Hotel Het Klooster, een groot bakstenen gebouw midden in de bossen. Het is een voormalig klooster. De accommodatie komt overeen met wat je van de naam en de prijs mag verwachten: een kleine kamer in sobere grijstinten. Er passen nog net twee eenpersoons bedden in. Het ene tussen de deur en het dakraam, het andere tussen een ouderwetse wastafel en het schuin aflopende dak. Er kan één persoon tegelijk tussen de bedden lopen. De WC en de douche bevinden zich op de gang.
Ik stel me hier een pater voor, lezend aan een smalle tafel onder het kruisbeeld aan de muur. Al vroeg in de avond hangt hij zijn pij over zijn stoel, loopt op zijn blote voeten naar het lichtknopje naast de deur en stapt in bed, waar hij in stilte God vraagt om hem te beschermen tegen de verleidingen van Broeder Ezel (het lichaam). ’s Morgens in alle vroegte vouwt hij bij de lopende kraan zijn handen tot een kommetje en kletst het water in zijn gezicht.
Wij zijn geen kloosterlingen. In de schaduwrijke tuin waar de frisse noordenwind niet doordringt belonen wij onszelf met koffie, taart en bier. De rust en het gekwetter van de vogels wordt slechts verstoord door een landbouwvoertuig dat tussen de bomen een grote stofwolk achterlaat. Op de menukaart lees ik over de historie van deze plek. Dan pas dringt tot mij door, dat dit klooster al eerder mijn leven heeft gekruist. Ik kwam het tegen in de archieven van de trappistenabdij Koningshoeven toen ik werkte aan de biografie van mijn heeroom.

De opening van Pro Afrika door minister Cals (tussen de bisschop uit Kenia en mijn heeroom)
In 1956 hadden de trappisten een klooster gesticht in Kenia. Begin jaren zestig kocht men, met steun van de gemeente Goirle, het gebouw in Nieuwkerk ten behoeve van de Stichting Pro Afrika. Dit werd een opleidingsinstituut voor jonge Kenianen om hen voor te bereiden op een taak in het landsbestuur. De religieuze vorming stond voorop, maar de studenten werden ook onderwezen in economie en recht. Hun vrouwen konden lessen volgen in huishoudkunde en kinderverzorging.
Wat dreef de trappisten om deze opleiding te bieden? Het waren de jaren waarin Kenia onafhankelijk werd. De eerste verkiezingen werden gewonnen door de partij van Kenyatta. Volgens zijn tegenstanders kreeg hij daarbij de steun van het communistische Moskou. De monniken wilden een dam opwerpen tegen het goddeloze communisme. Zo was de koude oorlog overgeslagen naar Afrika.
Ik moet me dus een jonge Afrikaan op ons kamertje voorstellen.
De belangstelling voor de opleiding was beperkt. Pro Afrika heeft niet lang bestaan. Grootmachten die invloed willen in Kenia, dat bestaat tot op de dag van vandaag.