
Foto: Rob Oostenbroek, Duic
Aeolus, de god van de winden, had Zephyrus erop uitgestuurd. De westenwind had er zin, hij was in vorm. Hij waaide zoals ie nog maar zelden gewaaid had. Vrachtwagens vielen bij tientallen om, daken werden van huizen gerukt, toiletcabines omver geblazen. ‘Van de pot gerukt’ kreeg op donderdag 18 januari 2018 een bijzondere betekenis.
De storm maakte in ons huis hoge fluitende geluiden, zodra er een deur of een raam openging. Het loeien van de wind door de kale platanen in onze straat was zeker zo onheilspellend. Afvallende takken tikten tegen de ramen en op geparkeerde auto’s. Ik vroeg me af of ik niet beter onze auto zou kunnen verplaatsen, maar waarheen?
De bomen in de straat zijn geplant in 1946. Tot twee jaar daarvoor hadden er ook fraaie exemplaren gestaan. Die waren in de hongerwinter voor de bijl gegaan. De huidige platanen zijn uitgegroeid tot reuzen die ver boven de daken van de hoge herenhuizen uitsteken.
Ik tornde tegen de zware windvlagen in voor een boodschap en liet me op de terugweg meenemen door de vlagen. Ik kreeg zin om erbij te joelen. Afgewaaide takken kraakten onder mijn wielen.
Even later zette de eerste boom aan het begin van onze straat, de plataan die nog de meeste wind vangt, zich schrap. Hij had al vele stormen doorstaan in die zeventig jaar. Hij voelde het rukken aan zijn wortels. Hij kreunde en toen hield ie het niet meer. De boomreus viel met zijn wijdverbreide netwerk van takken rakelings langs huis Blijenburg, het hoekpand uit 1882, schuin op de Biltstraat. In zijn val nam hij het negentiende eeuwse hek, dat langs het Maliebaanspoor staat, een paar meter mee de lucht in. Het degelijke gietijzeren smeedwerk stond verdraaid, maar nog intact bovenop de voet van de stam.
Daar lag ie dan, de plataan, nog onwrikbaarder dan een betonnen wegafscheiding, dwars over het begin van de Buys Ballotstraat. De hulpdiensten maakten de Biltstraat weer vrij van takken. Het wachten was op de ontmanteling door een gespecialiseerde firma. Eén dikke tak stak nog als een monument boven de verzameling hout uit. Toen ik de dunne wortels zag, die uit de stam kwamen, vroeg ik me af hoe deze boom het zo lang heeft kunnen uithouden. Ik moet er niet aan denken dat de plataan voor ons huis net zulke iele wortels heeft.
De gevolgen van de storm kwamen nog dichterbij, toen bleek dat alle treinen waren uitgevallen en dat het herstel nog wel even zou duren. Wij zouden vrijdagmorgen om 7.00 uur de ICE naar Duisburg nemen en vandaar verder reizen naar de Dolomieten voor een sneeuwvakantie.
We pakten donderdagavond in, aarzelender dan normaal. We ruimden op met de vraag of het wel nodig was. De onzekerheid knaagde aan onze wortels. Ook in Duitsland was het treinverkeer tot stilstand gekomen.
Het einde van de avond bracht licht met de mededeling, dat op vrijdag negen van de tien treinen weer normaal rijden. Na een onrustige nacht stonden we achter het computerscherm en lazen dat onze ICE die ene trein was die niet reed. Met een latere trein zouden we Trento niet meer kunnen bereiken.
Daar stonden we, om 6.10 uur, alles ingepakt, de koelkast leeg, de boterham in de rugzak. Ik zette de kachel aan en deed de gordijnen die ik al geopend had maar weer dicht. Een lange, lege dag lag voor ons.
Zaterdag doen we alles nog eens over. Die dag zijn er geplande werkzaamheden op het spoor. We moeten een omweg maken en drie maal extra overstappen. Ach, dat is toch de romantiek van het reizen met de trein? Waar is de kruier?
Een heel fijne vakantie gewenst en natuurlijk een goede reis…. 😉
Fijne sneeuwvakantie, Gerrie en Arnold.