Elke maandag staan er in dagblad Trouw levensbeschrijvingen van bekende of onbekende personen die pas zijn overleden. Tot voor kort sloeg ik deze over. Totdat mijn aandacht getrokken werd door een foto-onderschrift. Het betrof een man van mijn generatie, die de katholieke kerk vaarwel had gezegd, in het welzijnswerk was beland en zijn leven besteed had aan het helpen van de behoeftige medemens. Ik raakte geïnteresseerd, las verder over de drijfveren van deze man en spiegelde dit aan mijn eigen leven.
Waarom wordt de ene mens politieagent en belandt zijn klasgenoot in het criminele circuit? Wordt de een ondernemer en zijn buurjongen diens chauffeur? Dat vind ik boeiende vragen. Ooit heb ik zelf voor psychologie gekozen. Vanuit de hartelust waarmee ik me nu met zingen en schrijven bezig hou, vraag ik me wel eens af, of ik indertijd de goede keuze heb gemaakt. Het lezen van een necrologie heeft dan in zoverre nut, dat ik weer besef, dat ik niet warm loop voor technische innovaties of notariële teksten, maar voor de mens, zijn drijfveren en zijn levenswandel.
De belangrijke keuzen in het leven hebben te maken met een partner, kinderen, een baan of een promotie. Het zijn de zaken waarvan kinderen zeggen: ‘Later als ik groot ben, wil ik…’ Ik betrap mijzelf nog steeds op dit soort wensen voor later.
Volgens managementgoeroe Steven Covey moet je je afvragen hoe jij wilt dat er op je begrafenis over je gesproken wordt. Daaruit zijn je doelen af te leiden.
Als je je loopbaan hebt afgesloten en je kinderen het huis uit zijn verandert het perspectief enigszins, maar de vraag blijft gelijk: hoe wil je de jaren die voor je liggen invullen? De grote onbekende hierin is de Tijd. Hoeveel jaren zijn je nog gegeven?
Wie de zaak op zijn beloop laat, kan spijt krijgen en dan wordt het link. Spijt is een herkenbare, veel voorkomende, maar oh zo nutteloze emotie. In ieder geval voor wie op zijn sterfbed ligt. Aan de eindeloze rij van top-zoveel lijstjes heeft de Australische schrijfster Bronnie Ware de Top 5 regrets of the dying toegevoegd. Mensen die doodgaan hebben vooral spijt over het gebrek aan moed om een eigen leven te leiden, over te hard werken, te weinig genieten, het onvoldoende uiten van gevoelens en over het gebrek aan aandacht die zij aan hun vrienden hebben besteed. Geen lijstje om te memoreren op de begrafenis of in de levensbeschrijving van Trouw. Terwijl ik dit tik begint hier in de buurt de klok van het kerkje op de begraafplaats St. Barbara te luiden.
De boodschap is: stel niet uit tot morgen, wat je vandaag wilt…. Ik ben het me bewust, het schiet regelmatig door mijn hoofd en toch stel ik sommige dingen uit tot later, als ik groot ben.
Deze week was ik bij een optreden van het vocaal ensemble Sfinx. Men zong onder meer een compositie van Wim van Wolferen op een tekst van Shakespeare over de genadeloze werking van de Tijd. De vrije vertaling is van Hans Manders:
Zoals golven naar het strand toe stromen
Zo gaan de minuten een voor een voorbij
Zij blijven zonder oponthoud maar komen
En niemand stopt dit eeuwige getij.
Een baby die het daglicht heeft bewonderd
Groeit in een zucht van klein tot groot
Waarna de Tijd ‘m, niemand uitgezonderd,
Gauw uit het rijk der jeugd verstoot
Als de Tijd iets geeft, dan neemt hij ’t terug
Want schoonheid mag niet te lang duren
Wat komt tot bloei verdwijnt erna weer vlug
En moet het na een tijdje flink bezuren
Alleen dit vers voor jou blijft buiten schot
Dat krijgt de Tijd, hoe wreed ook, niet kapot.