Het projectkoor bezig met de warming-up. Foto: Wil Schraven

De afgelopen twee maanden zong ik mee in een projectkoor onder leiding van een jonge dirigente. We oefenden een afwisselend programma met muziek uit de 19e , 20e en 21e eeuw. Er waren stukken bij, onder andere van Ravel en Hendrik Andriessen, waar we hard aan moesten werken. De groep bestaat echter uit ervaren koorzangers en de dirigente is een groot talent. Ze werkte in Nederland al met professionele koren. Juist in onze oefenperiode won zij in Zweden de prestigieuze Eric Ericson Award voor jonge koordirigenten. Daarom mag zij de komende drie jaren met elf prominente Europese radiokoren werken. Succes verzekerd voor ons project, zou je zeggen. Afgelopen zondag voerden we ons concert uit. Ik was teleurgesteld. Er zaten veel slordigheden in de uitvoering. Wat ging er mis?

Een groep zangers dirigeren is geen kleinigheid. Als je afgeslagen hebt beginnen ze meteen te kletsen. Er zijn tal van details die uitnodigen tot discussie. Je moet een goede balans vinden tussen de ambitieuze zangers en de gezelligheidszangers. Er zijn altijd eigenwijze lieden die het beter menen te weten dan de dirigent. Al is het over de juiste uitspraak van de -r- in het Engeland van de zeventiende eeuw.
Ik ben wel eens inval-dirigent geweest, hoewel ik de ervaring noch de scholing hiervoor heb. Samen beginnen en samen afsluiten, dat was het doel dat ik me gesteld had en dat was soms al lastig genoeg.

Een dirigent moet op de eerste plaats de nodige muzikale kwaliteiten hebben. Een partituur goed kunnen lezen. Duidelijk zijn in de maat en de inzetten. Goed kunnen horen waar iets fout loopt en dat op een prettige manier kunnen uitleggen. Communiceren is bovendien niet alleen een boodschap zenden maar ook boodschappen ontvangen: inschatten wat een koor wil en wat haalbaar is.
Een wisseling van dirigent houdt een risico in. Nieuwe dirigenten zijn ambitieus en willen dingen veranderen. Zo hoorde ik van een dirigent die bereid was een koor te leiden, onder de voorwaarde dat hij een paar mindere broeders eraf mocht sturen. De zondebokken bleken, zonder dat de kandidaat-dirigent dit wist, allen in het bestuur te zitten. Die zaten daar natuurlijk niet voor niets.

Onze dirigente beschikt over uitzonderlijke muzikale kwaliteiten. Intonatie, frasering, dictie, van alles viel haar op. Met fraaie beeldspraak legde zij uit hoe het beter kon. Wij bassen zongen teveel als een stampend paard dat de trap oploopt. Zij deed het even voor. Op één punt ging het volgens mij fout, een belangrijk punt. Het repertoire was te moeilijk, in ieder geval voor de korte repetitietijd die ervoor stond. Hoewel de dirigente ons voor de tweede maal in een project begeleidde had zij ons te hoog ingeschat. Of beter gezegd: zij was uitgegaan van haar eigen normen, haar eigen boodschap. Ze had te weinig opengestaan voor de boodschap van het koor. Natuurlijk, wij waren geen professionals, was haar reactie toen ik haar hierover sprak. Maar het Nederlands Kamerkoor was voor haar wel het richtsnoer. Zo keerde haar ervaring in de professionele wereld zich om tot een nadeel.
Maar het publiek heeft zondag genoten.