‘Man zijn in deze tijd, hoe doe je dat?’ Met deze vraag begint een reportage van Tim van der Pal in Trouw op 25 november j.l. ‘Mannen en mannelijkheid hebben het zwaar in de moderne samenleving’, hoort hij om zich heen. Mannen doorlopen het onderwijs minder gemakkelijk dan vrouwen. Ze zijn vaker depressief en verslaafd. In het werk moeten zij doorgaans de hele dag op een stoel zitten en dan kunnen zij hun energie niet kwijt. Relaties vragen om meer ‘vrouwelijke’ vaardigheden als communiceren en verzorgen. Kortom, de man kan wel wat hulp gebruiken. Van der Pal ontdekt dat er tal van mannenretraites en – workshops worden aangeboden en meldt zich voor de meerdaagse training MAN van Alex Vaassen in Havelte, een training met een fysieke aanpak. De deelnemers moeten met elkaar worstelen. Zich bewust worden van hun lichaam door te ademen vanuit hun geslacht. Vuur maken. Halfnaakt tegen elkaar schreeuwen en kwaad kijken. In rollenspelen de te innige relatie met hun moeder uitmaken. De flapover vermeldt ‘De ruggengraat van elke man: de wijze, de nar, de koning, de krijger, de minnaar, de oerman.’
Ik dacht terug aan de mannengroep waaraan ik in de jaren zeventig deelnam en waarover ik in 2014 al eens eerder schreef. In navolging van de vele vrouwengroepen gingen we met elkaar in gesprek. Hoe kwam het toch dat mannen zich altijd sterk en moedig moeten gedragen? Hoe kunnen wij onze vrouwelijke kanten meer ontwikkelen?
De verschillen met de training MAN kunnen niet groter zijn. In de jaren zeventig wilden wij onze vrouwelijke kanten ontwikkelen. Nu is het blijkbaar de trend om de verloren gegane (?) mannelijke kwaliteiten opnieuw te ontdekken. Wat is er in die vijftig jaar gebeurd, dat de behoeftes zo veranderd zijn? Is het de tijdgeest: de vroegere radicale veranderzucht tegenover de huidige krampachtige behoudzucht? Zijn er in het onderwijs te weinig mannelijke rolmodellen? Worden mannen op verschillende terreinen overvleugeld door vrouwen en hebben zij niet geleerd hoe daarmee om te gaan?
Alle deelnemers aan de beschreven training waren mannen in de middenleeftijd. Dat bracht nog een andere vraag in mij naar boven: hoe staat het met de oudere man in deze maatschappij? Heeft die het ook zwaar? Kijkend vanuit mijn eigen situatie en mijn 71 jaar is mijn antwoord: niks aan de hand. Wanneer je ouder bent hoef je geen partner meer te veroveren, word je niet gevraagd om je te bewijzen in sollicitaties, is het opvoeden van kinderen achter de rug.
Maar dan, denkend aan de laatste levensfase, over welke kwaliteiten moet je beschikken om die goed te doorlopen? Mijn antwoord uit de losse pols: het zou goed zijn als je voor jezelf kan zorgen, contacten kan onderhouden, verlies (van naasten, gezondheid, mobiliteit) kan opvangen, je kan aanpassen aan veranderende omstandigheden, zin in het leven kan blijven zien. Dat bij elkaar lijkt me al een behoorlijke uitdaging. Maar ik zie er geen mannelijke kwaliteiten in en al helemaal geen reden om halfnaakt te gaan worstelen.
Mooi omschreven : kwaliteiten die WE in deze levensfase moeten hebben of alsnog verwerven.
Ik wens je mooie kerstdagen en een heel goed 2024!