Hij is vroeg dit jaar, de man in zijn gemotoriseerde bootje met de grijparm. Hij scheert langs de oevers van de vaart achter ons huis. Vanuit onze huiskamer zie ik hem langskomen. Eerst de ene kant op, even later komt hij weer terug. Het vaartuig steekt nauwelijks boven het wateroppervlak uit, als een meerkoet die half onder water de jacht op een concurrent inzet.

De vaart achter ons huis

De omgeving waar wij wonen kent vele watergangen. Zo ongeveer iedere bewoner kan vanuit zijn achtertuin een bootje te water laten. De buurt heeft een naam, maar zou je me die vragen dan moet ik lang nadenken. Dat komt niet omdat ik vergeetachtig word, tenminste dat hou ik mezelf maar voor. Het komt omdat je de buurtnaam nergens voor nodig hebt. Je hoeft ‘em niet te gebruiken als je iemand een ansichtkaart stuurt. Niet als je een melding van overlast aan de gemeente doorgeeft. In navigatiesystemen komt de naam niet voor.
De gemeente Utrecht heeft het grondgebied verdeeld in negen wijken. Daarbinnen onderscheidt men subwijken, buurten en subbuurten. Maar op de site van de gemeente kan ik de naam van onze subbuurt slechts na lang zoeken vinden. De naam moet bedacht zijn door een marketingman in de tijd dat de huizen in de verkoop gingen. ‘Comfortabel wonen aan het water in …..’
De enige plek waar de buurtnaam wordt vermeld is onderaan de straatnaambordjes. Die hebben mijn geheugen deze week even opgefrist. Wij wonen in De Rietvelden. Ik moet bekennen dat de marketingman een mooie en passende naam heeft uitgekozen.

Er groeit veel riet in deze omgeving. Op Wikipedia lees ik dat het om de Phragmites australis gaat, ook wel echt riet of gewoon riet genoemd, een plantensoort uit de grassenfamilie. Rietstengels kunnen 1 tot 3 meter hoog worden, zij eindigen in een harige pluim. Het riet heeft een zuiverende werking op het water. Dat is mooi meegenomen. In het voorjaar zien wij de lichtgroene jonge stengels boven het water uitkomen. Binnen de kortste keren staat er dan een bos riet, dat mee wuift met de wind en slap voorover hangt na een stevige bui. De planten bieden een veilig onderdak aan kbv’tjes. Kleine bruine vogeltjes die je niet ziet, maar wel goed hoort, zoals de rietzanger en de karekiet. Het riet plant zich gemakkelijk voort, zowel in het water als op een drassige oever. Daarom wordt elk jaar een deel van het riet gemaaid. Een ander deel laat men staan, om en om. Dat zal wel ergens goed voor zijn.
Zo zien wij elk jaar de varende maaimachine langskomen. Het riet wordt onder water afgesneden. De stelen vallen in de vaart en draaien mee met de kolken die het nijvere bootje veroorzaakt. Vervolgens worden de rietstengels met de grijparm bij elkaar gedreven en op de oever gedeponeerd, zoals friet met een schuimspaan uit de frituur wordt gevist. Luidruchtige meeuwen volgen de boot. De Rietvelden, nu vergeet ik die naam niet meer. Hoop ik.