Amsterdam, 1956. Er wordt gedanst op de stoep voor een zaak aan de Lindengracht. Het weer is mooi, de mensen dragen geen jas. De zon lijkt niet erg hoog te staan. Ik gok op een mooie voorjaars- of najaarsdag. De foto moet rond het middaguur genomen zijn. Prominent in beeld dansen verschillende jonge vrouwen in een stofjas. Het zijn medewerksters van de Venco Dropfabriek die ook aan de Lindengracht gevestigd is. Het kan niet anders of zij hebben lunchpauze. In plaats van naar de kantine zijn ze naar buiten gegaan. Daar wordt muziek gedraaid, daar is gezelligheid en afleiding.
Tussen al die mensen in hun werktenue of hun doordeweekse kloffie steekt de man in zijn kostuum met wijdvallende pijpen wel erg netjes af. Zou hij op kantoor bij de dropfabriek werken? Zijn partner draait rond, haar rok en stofjas draaien mee. Rechts van dit stel zien we een ander type man, in donkere kleren, een sigaret stoer in de mondhoek, zijn haren lijken bijna een Elvis-kuif. Danst hij eigenlijk wel met de vrouw die we op de rug kijken?
Helemaal rechts staan enkele jongemannen die niet meedoen. Terwijl er toch voldoende vrouwen beschikbaar zijn. Vooral de tweede man rechts staat erbij alsof hij er de pest in heeft dat hij geen partner heeft. Het feit dat dat kantoorpikkie in zijn nette pak daar wel rondzwiert lijkt voor hem wel zout in de wonde.
Het is halverwege de jaren vijftig, Nederland is herrezen uit de schade van de Tweede Wereldoorlog. ‘Kop op, de schouders eronder, de handen uit de mouwen’, zo zou de tijdsgeest samengevat kunnen worden. Misschien is daardoor de behoefte aan ontspanning erg groot. Er komt een ware dansrage op. Dansscholen schieten uit de grond, in het weekend kan overal gedanst worden. De radio is heel populair. Elke omroep heeft zijn eigen dansorkest. Misschien zwiert men op de Lindengracht wel op Cheerio, cheerio, de hit van Willy Vervoort:
Weg met de zorgen en weg met ’t verdriet
We komen er wel ook al zijn w’ er nog nog niet
Want de jongens van Tromp en Piet Hein
Die krijgen ze lekker niet klein
‘r zat vijf jaar de mot in
Maar nu zit er schot in
En Hollanders willen we zijn.
Journalist Rudie Kagie schreef in 2019 in het magazine Ons Amsterdam: ‘Altijd opgewekt, meestal zacht, soms keihard klonk er muziek vanuit de luidspreker van platenwinkel De Draaitafel aan de Lindengracht. (…) De zaak was een drukbezocht ontmoetingspunt voor liefhebbers in de vanouds zang- en danslustige Jordaan.’ Eigenaar Ger Bruggeman organiseerde talentenjachten. Zo ontdekte hij Johnny Jordaan en Tante Leen.
Een reproductie van deze foto van fotograaf en cineast Emiel van Moerkerken heeft jarenlang ingelijst op mijn kamer op het werk gehangen. Nu hangt ie thuis op onze werkkamer, schuin boven de computer.
Waarom heb ik de reproductie ooit gekocht en waarom ben ik er nog altijd niet op uitgekeken? Ik hou van de vrolijkheid, de eenvoud en de nostalgie die eruit spreken. Misschien had ik, net als de dames van Venco, wel behoefte aan wat ontspanning op mijn werk.