DE ZWARTE SCHAPEN
Voetbalclub Almere City is voor het eerst in zijn bestaan gepromoveerd naar de eredivisie. Voor velen wellicht een onbetekenend nieuwsfeit zijn, mij bracht het terug naar twee momenten uit de voetballoopbaan van zoon A.
De eerste herinnering dateert uit 1999. Wij hadden een brief ontvangen dat onze 12-jarige zoon gescout was door PSV en dat hij vanwege de afstand voorlopig bij de Utrechtse club Elinkwijk zou worden opgeleid. Daar begon direct al de concurrentiestrijd. Bij het eerste team van zijn leeftijd waren naast A. nog drie andere keepers ingedeeld. In een oefenwedstrijd tegen De Zwarte Schapen, de voorloper van wat nu Almere City heet, verrichte hij een aantal fraaie reddingen. Daar, in Almere, begon zijn carrière. Tot groot verdriet van de andere drie keepers – en misschien nog wel meer van hun vaders – werd hij de eerste keeper van Elinkwijk D1.
Veertien jaar en vele selectiemomenten later speelde A. met RKC in de Eerste Divisie opnieuw tegen De Zwarte Schapen, in die jaren FC Omniworld geheten. Het stadion was nog uit de tijd van hun oorspronkelijke naam. Twee lange lage tribunes boden aan goed 2000 toeschouwers een zit- of staanplaats. In mijn herinnering waren de tribunes van hout. Dat zegt vooral iets over de indruk die ik van het stadion heb overgehouden. Zelfs De Lange Leegte in Veendam bood op een koude winteravond meer sfeer.
Als voetbalvader kreeg ik altijd gratis toegang. Zo belandde ik op die vrijdagavond in Almere in een hoek van de schaars bezette staantribune. Slechts één vak in het stadion was compleet gevuld. Het is dit beeld dat na tien jaar nog helder op mijn netvlies staat. Hier stond de harde kern, het meest fanatieke deel van de aanhang van Almere: jongemannen met spandoeken, shawls, vlaggen en plastic glazen. Gedreven lieden, die met spreekkoren, getrommel en gezang van zich lieten horen. Een massa van gelijkgestemden, waar je als individu in ondergaat en waardoor je wordt meegesleept in het gevoel van gezamenlijkheid.
Het was een voorjaarsavond en het was fris. Ondanks de lage temperatuur stonden de meeste jongens daar met ontbloot bovenlijf. Geprepareerd met drank en drugs sprongen ze gezamenlijk op en neer, een beeld dat ik daar toen voor het eerst heb gezien. Het leek alsof het verloop van de wedstrijd geen enkele invloed had op hun gedrag. RKC was de betere ploeg, de Rooms-Katholieke Combinatie uit Waalwijk scoorde en stond een groot deel van de wedstrijd op winst. Ik verwachtte een inzakken van de aanmoedigingen en teleurgestelde gezichten. Het tegendeel bleek het geval. De naakte torso’s gingen op en neer, hoe armzalig Omniworld ook speelde. Het voetbal deed er niet toe. Niets kon hun gelukzalige roes bederven.
Misschien zaten de jongens van toen deze week met hun zoontjes op de hoofdtribune en keken ze met een nostalgische blik naar de volgende generatie blote basten. Die hadden deze week niet alleen een goede reden om hun shirt uit te trekken maar eindelijk ook echt reden om te juichen.