HET SCHAAP VERONICA
N., onze jongste kleindochter, is tien jaar. Zij komt iedere maand samen met haar zus een weekend bij ons logeren. Ze is een goede lezer. Ze woont niet ver van de bibliotheek, zodat zij soms nog vóór schooltijd nieuwe boeken haalt. Voor dikke boeken draait zij haar hand niet om. Zo heeft zij alle boeken van Harry Potter gelezen. Het zijn heel zelfstandige meisjes, zij hebben thuis hun taken in het koken en de was ophangen. Maar als N. bij ons logeert, dan vindt ze het fijn als een van ons – zoals dat al vele jaren het geval is – haar voor het slapen gaan voorleest.
Naast haar bed ligt een stapel jeugdboeken. Ik heb uit allerlei boeken voorgelezen, maar het boek dat zij het vaakst uitkoos is Ziezo, de 347 kinderversjes van Annie M.G. Schmidt, met als favorieten onder meer: De koe uit Apeldoorn, de Wim-Wam reus, en Ik ben lekker stout. Vele malen droeg ik het gedicht voor over De vlieg Eulalie, uit Overschie, de mooiste vlieg van het land. Een bromvlieg wil haar trouwen, maar zij voelt zich vér boven hem verheven.
Maar Eulalie op haar balkon
Stond maar te zoemen in de zon
Ze was zó trots en ijdel, àch
Dat zij niet eens de zwaluw zag.
De zwaluw heeft haar ingepikt
En in een oogwenk doorgeslikt
Waarna de bromvlieg snikkend achterblijft.
Ik vind het heerlijk om zo’n vers levendig voor te dragen en N. waardeert dat.
Laatst heb ik Tot hier toe uit mijn boekenkast gehaald, de bundeling van de gedichten en liedjes die Annie M.G. Schmidt voor volwassenen schreef, voor toneel, radio en televisie. Nu lees ik versjes voor uit Het schaap Veronica. Die beleeft haar avonturen tezamen met de dames Groen en een dominee. Er figureert ook een papegaai, die op onverwachte momenten ‘stik’ of ’houd je bek’ roept. Het schaap is ondernemend en mondig. Ze wil zich laten watergolven, net als de dames Groen, maar haar haartjes branden aan onder de droogkap. De ongetrouwde dames Groen, die altijd met één mond spreken, en zelfs ooit met één huzaar verloofd zijn geweest, gedragen zich netjes en voorzichtig. De wat onbesuisde dominee wordt niet altijd serieus genomen.
Kijk, zei het schaap Veronica, nu zijn we losgeslagen…
Warempel, zei de dominee, en keek over de rand
Wat moeten we nu verder doen? Ik zal ’t aan Boesman vragen
Maar waar is meneer Boesman nou? Zit hij niet in de mand?
Nee, zei het schaap Veronica, daar staat hij nog, beneden
O, jammerden de dames Groen, we hebben ’t wel gezegd
Dat heb je met zo’n luchtballon, je vliegt zó weg, och heden
We komen achter ’t ijzeren gordijn of zo terecht.
Schmidt schreef deze stukken tussen 1950 en 1957 voor het Parool. Bij ons thuis waren wij van een andere zuil, dus ook ik maak nu pas kennis met Het Schaap. Mij bevalt het wel, maar het taalgebruik is hier en daar achterhaald en wie weet er nog dat Boesman een ballonvaartpionier was? Ik vrees dat Veronica het binnenkort moet afleggen tegen In de ban van de ring.