TANDHEELKUNDIGE ZORG
Voor het eerst van mijn leven heb ik een vrouwelijke tandarts. Bijzonder is dat zij in een praktijk van uitsluitend vrouwen werkt. De foto’s op de site tonen een in frisse kleuren gekleed team, met stralende glimlach en witte tanden.
Na het schrijven van deze regels moet ik even halt houden, want waarom gebruik ik hier het woord bijzonder voor een vrouwenpraktijk? Is dit omdat deze praktijken maar dun gezaaid zijn of stuit ik met dit woordgebruik op mijn eigen, wellicht achterhaalde oordelen?
G., die ook halfjaarlijks de gang naar deze praktijk maakt, vindt de medewerkers (V) van deze praktijk een stuk persoonlijker dan in de mannenpraktijken waar wij vroeger kwamen. Ik zie ook verschillen. Nog niet eerder heb ik meegemaakt, dat de tandarts meermalen aan mij vroeg of zij mij pijn deed. Daarnaast was de verdoving die zij mij laatst gaf zo stevig, dat ik uren later bij het avondeten nog geen gevoel had waar mijn mond zich bevond en ik de vork met eten bij mijn kin naar binnen wilde duwen.
De afgelopen weken ben ik regelmatig in de praktijk geweest. Het begon ermee, dat een kies in december opeens geen warm en koud meer kon hebben. De tandarts (een vrouwelijke vorm van dit woord bestaat niet) veronderstelde een scheurtje in een oude vulling, maakte een foto en zag met een gaatje haar vermoeden bevestigd. De week daarop boorde zij vakkundig het oude cement eruit en vulde de holle kies in no time weer netjes op. Helaas bleven mijn klachten bestaan. Dus mocht ik opkomen voor een wortelkanaalbehandeling.
Ik ben niet iemand die de innovaties in de tandheelkundige zorg op de voet volgt. Daarom was ik verrast dat het vullen van kiezen anders gaat dan een aantal jaar geleden. Ik was gewend dat er een stalen bekisting om de kies werd gelegd, die door een schroef stevig werd aangedraaid. Daarbij propte de tandarts nog wat cilindervormige watten her en der, zodat ik met een wijd open gesperde mond en stijve kaken de behandeling kon ondergaan. Vervolgens ging de tandarts onder het licht van felle lampen in zijn bouwput aan het werk, terwijl de assistente om zijn bedrijvige handen heen de afzuiger hanteerde en ik manmoedig probeerde om ergens een spoor van ontspanning te vinden. Na het boorwerk werden er diverse ladingen cement in de put gedumpt en stevig aangestampt. Een vlak- en een polijstmachine maakten het werk af.
Wat er in de afgelopen weken precies gebeurde kan ik niet goed omschrijven. Er hoefde geen bouwput gemaakt te worden. Er kwam iets warms aan te pas. Het belangrijkste verschil vond ik nog dat het boren en opnieuw vullen in een mum van tijd waren gebeurd. Op internet lees ik nu dat er een kunststof wordt gebruikt die met UV-licht snel hard wordt gemaakt. Ik mag toch veronderstellen dat het verschil met de oude methode niets te maken heeft met verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke tandartsen. Deze huidige behandeling voelt een stuk aangenamer. Kunnen we daarmee concluderen dat de tandzorg vrouwelijker aan het worden is?