Vakantieherinnering 18
Om het westen van de Verenigde Staten te verkennen huurden wij in 2001 in Los Angeles een camper. Een Ford Jamboree, 22 feet in lengte. Voor Amerikaanse begrippen een klein voertuig, maar voor ons een complete vakantiewoning: vijf slaapplaatsen, banken die in een bed getransformeerd konden worden, een opklaptafel, een keukentje met gefineerde keukenkastjes, een wc en zelfs een kokerachtige doucheruimte. De bestuurdersstoel was inclusief zijn armleuningen van directie-achtige allure.
Toen we de wagen ophaalden moesten we eerst ingewikkelde verklaringen over verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid ondertekenen. Het zal wel goed zijn, dachten we. Daarna volgde de inventarisatie van de butsen die de camper al had opgedaan. Ten slotte gaf een jonge vrouw in hoog tempo uitleg over de bediening van de auto (overdrive, cruise-control), de tanks voor de toe- en afvoer van water, het electrisch systeem, de propaangastank enzovoort. Het duizelde ons.
Even later reed ik in een voorzichtig tempo door het drukke L.A., waar ik aan beide zijden werd ingehaald. Mijn blik ging voortdurend van de linkerbuitenspiegel naar de rechter om te zien of ik met dit bakbeest voldoende ruimte had en of ik van baan kon veranderen. Het campergedeelte was een stukje breder dan het bestuurderscabine, dat was wennen. Het werd een lange rit door een stad die geen grenzen leek te kennen. De koelkast met gekoelde dranken was daarom een waar genoegen. We eindigden op wat een camping heette. Voor iedere camper was er een stuk asfalt met een aansluiting voor water en elektriciteit.
De volgende dag voelde het besturen al zeer vertrouwd. Ik zat als een prins hoog op mijn bestuurdersstoel en keek voldaan uit over het woeste land dat zich aan beide zijden van de highway uitstrekte. We hadden alle spullen die zouden kunnen omvallen in de kastjes opgeborgen en waren zelfs niet vergeten om de treeplank binnen te halen. Er had wel iemand van buiten geroepen dat onze deur nog openstond. Jammer was ook dat op het uitgebreide dashboard al snel het lampje Service Engine Soon ging branden. Het dashboard zelf voelde oververhit. Buiten was het 42 graden. De verhuurder die we belden stelde ons gerust. Soon betekende: over vier weken.
We bezochten vele Nationale Parken, het een nog mooier dan het ander. Onderweg kwam G. tegen een vangrail aan, waardoor er over de volle lengte een extra streep aan de wagen was toegevoegd die niet geheel in lijn was met de bestaande decoratie. En één dag voor we de camper weer zouden inleveren raakte ik bij het uitparkeren een van de vele bomen in Yosemite National Park. Kwaad op mezelf constateerde ik een deuk in de hoeklat, een kapot achterlichtje en nog een streep op de andere zijde. Voor onze relatie was het goed dat wij beiden een aandeel hadden, maar tot mijn schrik las ik in de verzekeringsvoorwaarden dat schade door nalatigheid een eigen risico kende van 2500 dollar. In mijn narrigheid was ik ervan overtuigd dat het herstel van al die krassen ver boven dat bedrag zou uitkomen. De verhuurder was vergevingsgezind. Het werd 226 dollar.
Geweldig! pfff Knap hoor dat je met die grote camper kon rijden! gelukkig maar 226 dollar! hahaha