ANTI-AUTORITAIR
Met enige regelmaat verschijnen er boeken of documentaires over vormen van vrije opvoeding in de jaren zestig en zeventig. Of over kinderen die opgegroeid zijn in communes waar alles gemeenschappelijk was. De kinderen werden zonder enige beperking of dwang opgevoed. Zij bepaalden zelf hoe laat zij naar bed gingen en moesten zelf uitvinden hoe je ruzies met elkaar oplost. Vaak zijn de documenten gemaakt door mensen die deze vorm van opgroeien aan den lijve hebben ervaren en vaak hebben zij er iets negatiefs aan overgehouden. Ik ben er niet één tegengekomen die de zegeningen van de vrije opvoeding aanprees.
Je afzetten tegen de vorige generatie was in de jaren zeventig onder jongeren een populair verschijnsel. De autoritaire opvoeding werd verantwoordelijk gehouden voor het ontstaan van het nationaalsocialisme en het alternatief was een vrije of, nog een stukje linkser, een socialistische opvoeding. In het laatste geval werden de bestaande vormen van indoctrinatie vervangen door nieuwe. Ik zong in die jaren mijn partijtje mee in dit koor en schreef met twee medestudenten een scriptie over de anti-autoritaire opvoeding. Zonder dat we ook maar één ouder hadden gesproken en gespeend van iedere ervaring met kleine kinderen, schreven wij vrijelijk pagina’s vol over de noodzaak om kinderen tot maatschappijhervormers op te voeden.
Veertien jaar later werd ik zelf alsnog in het diepe gegooid na de geboorte van ons eerste kind. Mijn scriptie was ik op dat moment allang vergeten. Niettemin waren onze ideeën over opvoeding beïnvloed door de tijdgeest en zeker ook door de wens om het anders te doen dan onze ouders. G. en ik woonden de eerste vijf jaren samen met een ander paar. Daarna deelden wij met hen de opvang van de kinderen na school en in de vakanties. Mede omdat er vier volwassenen in het spel waren, noemden de kinderen ons bij de voornaam. De mannen en de vrouwen hadden een even groot aandeel in de verzorging en de huishoudelijke taken. Anti-autoritair of liberaal waren we niet. Een aantal ‘niet-onderhandelbare’ zaken werd door ons bepaald, zoals de bedtijd, het bord leeg eten, tv kijken. Op andere punten hielden we rekening met de wensen van het kind, al waren er verschillen. De ene ouder kon beter tegen een kliederboel dan de andere of durfde een kind eerder met een zaag te laten spelen.
Ik vond het opvoeden een bijzonder proces. Heuvel op, heuvel af, wind mee, wind tegen. Voortdurend werden wij voor nieuwe opgaven gesteld. Regelmatig dacht ik: nu heb ik het in de vingers. Maar altijd kwam er dan weer een volgende vraag, waarop we het antwoord nog niet wisten. Ik wil hier geen opsomming geven van wat goed en fout is gegaan. Er is in ieder geval één punt waar ik wel trots op ben: dat we een aardig alternatief hebben geboden voor de stereotypen van wat mannelijk en vrouwelijk is, zoals we die uit onze jeugd hadden meegekregen. Al hebben onze zoons de poppen en poppenkleertjes die wij voor hen kochten altijd links laten liggen.