DOUWE EGBERTS
Net veertien jaar oud behaalde mijn vader het mulo-examen. Daarna deed hij nog cursussen Engelse en Duitse handelscorrespondentie, kantoorstenografie en machineschrijven. Met die bagage begon hij op woensdag 8 januari 1930 zijn werk als kantoorbediende bij Douwe Egberts, het bedrijf van de Friese familie de Jong. Zijn moeder had die baan voor hem uitgezocht. Het was een goed katholiek bedrijf. Daarnaast was het een voordeel dat de Utrechtse vestiging vlakbij Vleuten lag. Zij was met hem meegegaan, toen hij er zich als vijftienjarige ging ‘presenteren’. Hij zou er meer dan veertig jaar blijven werken, tot aan zijn overlijden in 1972.
Mijn vader begon als assistent van de directeur, J.H. de Jong. Net als de andere leden van deze familie werd de directeur met zijn initialen aangeduid: mijnheer J.H. Mijn vader werkte mee in de boekhouding en zorgde ervoor dat de salarissen uitbetaald werden. Door zijn fabelachtige geheugen werd het bedrijfsarchief zijn belangrijkste taak. In mijn jeugd was hij het hoofd van het Centraal Archief. Toen hij vanwege gezondheidsproblemen deze functie niet meer kon uitoefenen werd hem gevraagd een historisch archief op te zetten. Een publicatie over de geschiedenis van het bedrijf heeft hij niet meer kunnen afronden.
De binding tussen de familie de Jong en de werknemers was sterk. Opeenvolgende generaties waren in dienst bij het bedrijf. Bij ons thuis was Dee-ee een van de zekerheden in mijn jonge jaren.
De herinneringstegel van het 200-jarig bestaan, in 1953, hing in de huiskamer. Sinterklaas bracht ooit een houten vrachtwagen met het opschrift D.E. voor mij mee. Vanzelfsprekend spaarden we de punten van de thee en de koffie. Periodiek werden deze in bosjes van honderd gebonden. Daarna kon de keuze uit de geschenkenlijst worden gemaakt. De koffie- en theepotten, de kopjes, de lepeltjes, de trommeltjes en busjes, alles kwam van D.E. Later kwamen daar de electrische koffiemolen en het eerste koffiezetapparaat bij. In zijn archief vind ik nog een lezing terug van mijn vader over het geschenkenstelsel. Hij eindigt deze met een citaat uit de bijbel: ‘Zoek eerst het Rijk Gods en al het andere zal U worden geschonken als toegift.’
Zoals zijn moeder voor hem een baan had geregeld, zo arrangeerde mijn vader voor mij in mijn tienerjaren vakantiewerk bij Douwe Egberts. Ik mocht binnen het bedrijf de post rondbrengen, een luizenbaantje. Daarnaast fotografeerde ik artikelen waarvan de afbeeldingen in het archief bewaard dienden te worden. Het was voor mij een opmaat naar een opleiding als fotograaf, die er nooit van gekomen is.
Het bedrijf deed alles om de werknemers aan zich te binden. Nog voor de sociale verzekeringswetten van de jaren vijftig beschikte D.E. over eenvoudige regelingen voor pensioen en kindertoeslag. Na het overlijden van mijn vader ontving mijn moeder een volledig jaarsalaris als eenmalige uitkering. Daarna ontving zij nog tot in lengte van jaren gratis koffie en thee, een bos bloemen op haar verjaardag en het kerstpakket. Zelf heb ik vanaf 1972 meerdere jaren een studietoelage van D.E. ontvangen. Deze bijdragen hebben niet kunnen voorkomen dat de verbinding door de jaren heen verwaterd is. Met enige schaamte moet ik hier bekennen dat wij al lang onze koffie en thee bij AH kopen. Nu plakken we de zegeltjes van AH. Dat dan weer wel.