Nadat ik de sla in ruim water had gewassen en de bladeren vervolgens nog tweemaal in een vergiet had nagespoeld, zag ik juist op het moment dat ik alles in de slakom wilde doen dat er nog een slakje onder een blad hing. Zo, stevig vastgezogen aan het groen, had ie blijkbaar de overtocht gemaakt van de moestuin naar ons huis, waarna hij nog een paar dagen in de garage had liggen antichambreren. Hij had genoeg te eten gehad. Ik pakte hem met mijn vingers en bekeek hem eens goed. Wat doe ik met het beestje, dacht ik. Mijn reflex was altijd: uit de weg ruimen. Maar nu de bijen aan het uitsterven zijn, de muggen in aantallen afnemen en de hele natuur in gevaar verkeert, begin ik me toch af te vragen of ik mijn gedrag moet aanpassen.
Sommige beesten, zoals spinnen of langpootmuggen kun je goed in potje vangen, vooral als ze tegen een raam of een muur zitten. Potje erop, papiertje erover, en hup, ze kunnen buiten verder spelen. Muizen hebben we niet in huis. Ik zag er laatst wel een door de tuin cruisen. Lijkt me niets op tegen. Soms wandelt er buiten een egel langs. Prachtig beest! Ruim baan voor deze kampioen langeafstandsloper.
Sinds enige tijd hebben we ook een ongenode gast in de tuin. We hebben hem nog niet gezien en dat zal waarschijnlijk niet gebeuren. Hij heeft al heel wat grond verzet. Uit mijn jeugd ken ik een man die tijdenlang doodstil met een geheven spa naast een molshoop kon staan om direct toe te slaan als de mol zijn koppie boven de grond stak. Vooralsnog gedogen we het beest, maar we weten niet of dit verstandig is.
Een ander twijfelgeval zijn de vliegen. Die hebben we in verschillende maten, zij het beperkt in aantal. Het zijn echte volhouders, dat valt nog wel in hen te waarderen. Maar zij kunnen heel irritant zijn als ze op je arm willen zitten of op je boterham met hagelslag. Wuif je ze weg, dan zijn ze binnen de kortste keren weer terug. Naar buiten jagen gaat moeilijk. Dan toch maar de vliegenmepper pakken? Misschien staan ze volgend jaar wel op een rode lijst.
Er zijn tenminste drie beesten die we niet in huis tolereren.
1. De mier. Vanwege het feit dat hij nooit alleen komt. Wat zeg ik, mieren komen in colonnes binnenwandelen, daar komt geen einde aan. Het zijn ijverige schepsels, dat wel. Het gaat me louter om het aantal (al zou ik alleen op basis van dat argument ook wel een paar meerkoeten kunnen doodmeppen).
2. De mug. Omdat ze het steken niet kunnen laten. Bovendien heb ik nog niet ontdekt wat hun positieve bijdrage is aan onze wereld.
3. Het zilvervisje. Ik mag die beestjes niet, het zijn achterbakse kruipers. Op het moment dat je ze ziet schieten ze razendsnel ergens onder. In hun schuilplaats zitten ze zich dan met een vette lach voort te fokken. Geen genade met die soort, schoen erop.
Het slakje mocht verder eten bij het GFT-afval.