bron: Autoweek

De ruitenwisser van de auto vertoonde kuren. Het rubber zat op enkele plaatsen los, waardoor er fraaie boogpatronen op de vooruit ontstonden. Mijn pogingen om met bison-kit de zaak weer te lijmen hadden slechts een beperkt en kortstondig resultaat. Dus meldde ik mij bij de balie van de garage en leverde mijn sleutel in. ‘Neemt u even een bak koffie, dan gaan wij aan de slag.’
In de koffieruimte staat een lange tafel met stoelen. De Telegraaf ligt uitnodigend naast een grote vaas met bloemen. Er zijn aansluitingen voor lap-tops. Ik installeer mij met de zelf meegenomen Trouw. Met mij wachten nog drie klanten. De ruimte staat in open verbinding met een enorme hal, die boordevol glimmende auto’s staat die geuren naar metaal en rubber. Ik vraag me af hoeveel auto’s er wel niet verplaatst moeten worden als een klant een wagen kiest die in het midden staat.

De koffieautomaat staat er niet alleen voor klanten, maar ook voor de kantoormedewerkers. Blijkbaar houden ze allen erg van koffie. De een na de ander tikt met de vinger op het touchscreen en wacht onder het krassende geluid tot zijn kop gevuld is. Eigenlijk zijn wij klanten onderdeel van hun kantooromgeving. Wij luisteren mee met de gesprekken bij de automaat. Naar welk fantastisch concert zij zijn geweest. We maken mee hoe medewerkers tussen de auto’s doorlopen en elkaar iets toeroepen over een factuur of een verzekering. Wij horen hoe zij op ontevreden toon lopen te bellen over een bestelling die niet op tijd geleverd is. Ondertussen zijn wij attent op voetstappen die de wachtruimte naderen en een naam die omgeroepen wordt. Dat gebeurt niet op volgorde van binnenkomst. Hoe de afhandeling van servicebeurten en kleine reparaties plaatsvindt blijft verborgen achter de wanden van de garage.

Een jonge vrouw van de balie roept een naam, waarop een oudere man naast mij verheugd ‘ja’ antwoordt. Meestal hoor je daarna aan de balie hoe de reparatie is verlopen. Ditmaal gaat het anders. ‘Je kunt je auto vandaag niet meer gebruiken’, zo spreekt zij de man op strenge toon toe. ‘Hij kan echt niet door de APK.’ Vervolgens kunnen wij allemaal mee genieten van het rapport. De uitlaat is ondeugdelijk, de banden zijn versleten, er zit vocht bij de lampen. Bij ieder mankement gaat de vrouw harder praten met de kennelijke bedoeling om een verweer bij voorbaat de kop in te drukken. ‘Je aandrijfriem is nagenoeg kapot.’ Alsof een leraar met sadistisch genoegen een drie voor een meetkundetoets uitdeelt. Of de huisarts je in een volle wachtkamer vertelt dat je een seksueel overdraagbare aandoening hebt. De man buigt zijn hoofd. De baliemedewerkster is in leeftijd nog niet eens de helft van de toegesproken klant. Dat zij hem tutoyeert maakt het er niet beter op. Ik voel plaatsvervangende schaamte. ‘Kan ik dan vandaag nog een vervangende auto lenen’, vraagt de man bijna op fluistertoon. De medewerkster zal eens kijken wat er mogelijk is. Het getik van haar hakken klinkt nog lang na.