De regen komt met bakken uit de hemel. Op de vijf meter van de auto naar de motelkamer worden we al nat. Vochtige donkere afdrukken van onze schoenzolen blijven achter op de witte tegels van de entree tussen de haastig neergeplofte koffers, rugzakken en boodschappentasjes.
In de standaard kamer domineert het grote bed. Rijen kussens nodigen uit om te komen liggen. Het donkerbruine behang met sierlijke blauwe bloemen achter het hoofdeinde is van een ongekende lelijkheid. Vanuit het bed kijk je op een mega televisiescherm. De wand tegenover de ingang is één groot raam. Achter de donkergrijze regensluiers zijn vaag enkele contouren van bergen te zien. Dichterbij kijken we uit over een rotsige tuin die me nog het meest doet denken aan de tuin van een crematorium. Ik ben moe.
We zijn de hele dag onderweg geweest om ons van de oostkust van Nieuw-Zeeland te verplaatsen naar de omgeving van Mount Cook, door de Maori Aoraki genoemd, de hoogste berg (3700 m) van Nieuw-Zeeland. We reden zuidwaarts, met de zon in de rug. Hoe verder we kwamen, hoe ruiger het landschap. Verdorde berghellingen, verlaten vlaktes, hier heerste de natuur. De zon lichtte het water van Lake Pukaki fel turquoise uit. Alsof het meer zich wilde afzetten tegen het grijs en bruin van de omringende bergen. Het landschap als een ansichtkaart, met om de paar kilometer uitwijkplaatsen voor het maken van foto’s. Toen de regenwolken verschenen was het afgelopen met het gelonk van het meer.
In de kamer is een keukenblokje. Er mag echter geen geurig eten worden klaargemaakt, zoals vis. In dat geval volgt, aldus het management dat het ieder graag naar de zin wil maken, een boete in verband met extra schoonmaakkosten.
G. loopt mopperend heen en weer.
‘Er is hier geen enkel haakje om je jas op te hangen.’
‘Kijk eens in de kast’, opper ik. In een hoek staat een smal kastje.
‘Twee planken en twee laden, dat is alles.’
Ook in de badkamer is geen haakje te vinden, zelfs niet voor het ophangen van de mega handdoeken. Er is wel een spa. Dat is voor al die mensen die na een vermoeiende helikoptervlucht over de gletsjer aan wat ontspanning toe zijn. ‘Please do not hesitate to contact us if you have any concerns’, schrijft het management.
Ondertussen ben ik al een paar keer gestoken. Om de jeuk van het rode bultje tegen te gaan maak ik er met mijn nagel een kruisje op. Zo deden we dat in mijn jeugd. De komende dagen zal blijken dat dit met steken van de sandflies niet de goede strategie is.
Ik maak een gerecht met kerrie, de geur verspreidt zich door de kamer. Later die avond dompelen we onze vermoeide ledematen toch maar onder in het warme, bruisende water van de spa. We hebben onze zorgen om het milieu en het spaarzaam gebruik van energie ook voor een paar weken op vakantie gestuurd.
Als we de volgende morgen de gordijnen openen worden we verrast door het mooiste uitzicht dat we ooit vanuit een hotelkamer hadden, zie hiernaast.