Waarom liggen crematoria altijd ver buiten de bebouwde kom? In het centrum van een plaats kan je winkelen, naar het theater, het loket van de gemeente enz., maar voor de dood moet je een eind naar buiten. Het openbaar vervoer werkt veelal niet mee. Eenmaal per uur een bus en dan nog twintig minuten lopen, of zoiets. In Bloemendaal protesteerden welgestelde inwoners onlangs tegen de komst van een hospice. Stel je voor dat je voortdurend de lijkwagens ziet rijden. Of huilende mensen die elkaar op straat omarmen.

Crematorium Den en Rust
De crematoria lijken sprekend op elkaar, valt mij op, in welke plaats je ook komt. Blijkbaar zijn de ontwerpers overal met hetzelfde programma van eisen op pad gestuurd. Er is veel met natuurlijke materialen gewerkt. Het licht is warm, de stoelen zijn comfortabel, de sfeer is aangenaam. Waar men in tal van sectoren met een tekort aan personeel kampt, staat hier op elke hoek een medewerker die zonder zich op te dringen je vriendelijk de weg wijst. En overal zijn er grote ramen die uitzicht geven op het groen buiten, op rijtjes sparren of bloemrijke perken. Je ziet een kunstwerk dat de menselijke vergankelijkheid moet verbeelden. Doodgaan betekent teruggaan naar de natuur, naar moeder aarde, zo lijkt de boodschap, al sta je in een crematorium niet meer samen rond een graf en zie je de kist niet meer verdwijnen. Het beeld van een kist die in de oven wordt geschoven waar even later de vlammen omheen spelen, kan beter niet opgeroepen worden. Dat beeld is voor mij een van de redenen om voor een begrafenis en een graf te kiezen.

foto: dfweurope.com
De kist staat voor in de zaal, omringd door kaarsen. De requiemmis is vervangen door een programma van toespraken, afgewisseld met muziek en ondersteund door foto’s. Zo passeert in een goed uur het leven van de overledene. Je krijgt een beeld van een persoon met zijn sterke en zwakke kanten, van de groepen waarin hij verkeerde, van een tijdperk. Steeds is er wel een brok in de keel, een grapje, een te lange toespraak.
De afscheidsbijeenkomst die ik onlangs bijwoonde werd geleid door een vrouw die in haar houding, haar ogen en haar glimlach een en al blijdschap, bewondering en waardering uitstraalde. Misschien, bedacht ik, is de houding van de leidster een onderdeel van het keuzepakket van de uitvaartonderneming en kan je ook je voorkeur uitspreken voor een ernstige ceremoniemeester. Zoals je kunt kiezen voor koffie met cake of voor champagne en hartige hapjes. Of er is sprake van een nieuwe trend in het uitvaartwezen. Het herdenken en het vieren van het leven komt dan in de plaats van het ongeloof over het verlies en het onuitsprekelijke verdriet. Consequent doorgevoerd is zo’n blijde houding evenzeer een ontkenning van de dood.
Behalve gedachten over het leven van de overledene en over onze uitvaartgewoonten riep de crematie bij mij vragen op over wat voor afscheid ik zelf zou willen. Maar eigenlijk ga ik daar niet over.
Bij je laatste opmerking sluit ik me aan. Je gaat er niet over, je bent er niet bij.